Lof
Lukas 13:24
„Strijdt om in te gaan door de enge poort…” In het begin van deze tekst hebben we gezien dat er weinigen zijn die zalig zullen worden, vergeleken met hen die verloren gaan. Daarvan zei Jesaja: Waarlijk, deze zullen hun stem verheffen en zullen juichen over de heerlijkheid des Heeren.
Als het rijk van de antichrist geëindigd zal zijn, zal Christus komen op de wolken des hemels met macht en majesteit, als hij de ontelbare menigte van goddelozen zal geworpen hebben in het helse vuur. Als hij naar de eeuwige pijn zal verwezen hebben alle lasteraars, hoereerders, alle onreine personen, en als Hij alle hovaardigen zal neergestoten hebben. Dan zullen de weinigen die overgebleven zijn hun stem verheffen en uitbarsten in de lof des Heeren.
Nu, laat alle mensen die liefhebbers zijn van eten, drinken, spelen en lachen zich aan de vermakelijkheden overgeven en zij zullen gewaarworden wat hun zal overkomen. Voorwaar, als er maar weinigen zijn die zalig worden, is het niet waarschijnlijk dat zij bij dat getal zullen wezen. Zij worden veeleer gerekend onder degenen die spelen op de cimbaal en de harp en die alle dagen in vreugde leven. Aan het einde van die voorspoed dalen zij in het graf.
Thomas Tymme, predikant te Engeland
(”Een zilveren poortklok”, 1635)