Weer arrestaties in bouwfraudezaak
Politie en justitie hebben deze week opnieuw twee verdachten aangehouden in het strafrechtelijk onderzoek naar de bouwfraude.
Het betreft medewerkers van bouwbedrijven, zei woordvoerder W. de Bruin van het landelijk parket van het openbaar ministerie vrijdag. Hij wil niet zeggen om wie het gaat.
In totaal heeft justitie dit en vorig jaar 66 verdachten laten arresteren in verband met de bouwfraude. Er zitten nu nog vijf verdachten vast. Het zijn allemaal werknemers van bouwbedrijven, aldus De Bruin.
Onder de 66 aangehouden personen zijn directeuren en andere werknemers van onder meer de Groningse bouwer Koop Tjuchem, van de Rosmalense aannemer Heijmans, van Koninklijke Wegenbouw Stevin, van Dura Vermeer en van bouwconcern BAM, waartoe sinds vorig jaar ook HBG behoort. Ook vier ambtenaren hebben in voorarrest gezeten.
Vorige maand werd de directeur van Koop Tjuchem, Fred Veerman, aangehouden. Hij verklaarde voor de parlementaire enquêtecommissie dat hij met ambtenaren een bezoek had gebracht aan een bordeel op kosten van Koop Tjuchem. Veerman is inmiddels weer op vrije voeten. De golf arrestaties lijkt nog niet ten einde.
Justitie voert een grootschalig onderzoek uit naar de bouwfraude bij het aanbesteden van infrastructurele projecten. Aanleiding vormt de schaduwboekhouding van oud-directeur Ad Bos van Koop Tjuchem, een van de bedrijven van Henk Koop, die onlangs zou zijn aangehouden. Justitie wil de aanhouding overigens niet bevestigen. Uit deze boekhouding is gebleken dat Nederlandse aannemers zich jarenlang via een systeem van illegale afspraken schuldig maakten aan het opdrijven van prijzen.
Voor de zomer wil het OM het onderzoek naar acht geselecteerde bouwprojecten afronden. Die acht zijn gekozen uit de beruchte boekhouding die Bos jarenlang heeft bijgehouden. Het gaat om beschuldigingen als valsheid in geschrifte, oplichting, overtreding van de Wet economische mededinging, belastingmisdrijven en het omkopen van ambtenaren. Justitie verdenkt twaalf ambtenaren van corruptie.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit NMa die de oneerlijke concurrentie als gevolg van de afspraken tussen bouwbedrijven onderzoekt, vermoedt dat aannemers nog altijd onderling afspraken maken over prijsstelling. Deze maand stuitte de NMa bij een inval op aantekeningen van vooroverleg, dat diezelfde dag had plaatsgevonden.