Strijd in Urk om sluitingstijd horeca
In Urk ontbrandt een strijd om ruimere openingstijden van de uitgaansgelegenheden. De plaatselijke uitbaters hebben onder de inwoners een enquête gehouden waaruit blijkt dat een meerderheid vindt dat de zondagsrust mag worden verstoord.
De uitslag wordt maandag aan burgemeester Schutte overhandigd. De conclusies van het onderzoek moeten ertoe leiden dat het uitgaanspubliek in de nacht van zaterdag op zondag langer in de kroegen kan blijven.
Tot nu toe moet cafébezoekers zaterdag om middernacht de deur worden gewezen. De algemene plaatselijke verordening schrijft voor dat de horecagelegenheden om 23.30 uur dicht moeten, met een uitloop naar 00.00 uur. De kroegbazen hopen dat daar snel verandering in komt. Ze pleiten voor een wettelijke regeling waarbij de stappers tot 02.00 uur mogen blijven hangen.
Eerder werd dat door de gemeente gedoogd, maar sinds vorig jaar zijn de controles op de sluitingstijden verscherpt. Bij overtreding werden boetes uitgedeeld. Die verscherping heeft de horecahouders ertoe gebracht een enquête onder de inwoners te houden. De brief werd verspreid onder 5000 huishoudens, bijna alle postadressen van het dorp.
Veel steunbetuigingen kwamen overigens van bewoners rondom het centrum van de kroegen, verklaart onderzoeker B. van Urk. Zij weten wat het is als er ’s nachts in één keer honderden jongeren op straat worden gezet. Die overlast is met de bouw van een gelegenheid buiten het dorp fors verminderd.
Kroegbaas R. van Dijk, voorzitter van de plaatselijke horecaclub Het Dorstige Keeltje, hoopt dat de uitslag van het onderzoek doorslaggevend is. Volgens hem lopen de ondernemers door de huidige regeling broodnodige inkomsten mis. „Omdat de kroegen om 24.00 uur ’s nachts dicht moeten, vertrekken veel bezoekers al om 23.00 naar cafés in andere plaatsen. Die groep willen we behouden”, zegt hij.
De ChristenUnie en de SGP, een meerderheid in de gemeenteraad, hebben echter al laten weten dat ze de huidige sluitingstijden willen handhaven. „We houden vast aan de uitspraken die we hebben gedaan bij de verkiezingen vorig jaar. Toen hebben we de kiezers gezegd dat we de zondagsrust eerbiedigen”, aldus SGP-fractievoorzitter L. van der Zwan.
CDA-wethouder M. Oost-de Boer kan wel sympathie opbrengen voor een verruiming van de sluitingstijden. „In de praktijk gedogen we opening tot 01.00 uur. Ik zou zeggen: Legaliseer, en gedoog niet. Dat is naar de jongeren toe ook niet eerlijk. Ik vind niet dat hiermee de zondagsrust in het geding is. De jeugd is er zelf verantwoordelijk voor om de volgende ochtend weer fris in de kerk te zitten.”
Uitbater Van Dijk verwacht dat, indien de enquête-uitslag wordt genegeerd, sommige kroegbazen hun café op zondag zullen openen om alsnog extra omzet te maken. Zelf moet de uitbater er niet aan denken om na de kerkdienst de deuren van de kroeg te openen. „Dat wil in principe geen enkele kroegbaas. We hopen dan ook dat het signaal vanuit de bevolking wordt opgepikt.”
SGP’er Van der Zwan piekert er niet over zijn visie te veranderen. „Wij hebben met de uitbaters een goed en openhartig gesprek gevoerd. Daarna hebben zij in een publieke brief aangegeven dat wij met principiële oogkleppen oplopen. Voor die actie kunnen wij weinig waardering opbrengen.”