Herindeling: Legpuzzel in Zuid-Holland
Zuid-Holland is de provincie met het grootste aantal gemeenten. Gedeputeerde Staten willen er fors in snijden door herindelingen. Gemeenten en burgers protesteren, maar de praktijk wijst uit dat bezwaren na een fusie snel verstommen.
Gaby de Clippeleir vertolkt het gevoel van veel Waddinxveners als naar haar mening wordt gevraagd over een eventuele fusie tussen Gouda en Waddinxveen. „Het hoeft van mij niet.”
De meeste mensen die in het centrum van Waddinxveen aan het winkelen zijn, hebben wel gehoord dat de provincie Zuid-Holland wil dat de beide gemeenten in 2014 samengaan, maar ze maken zich er niet druk om. „Als er voor ons maar niet al te veel verandert, vind ik het wel best”, zegt De Clippeleirs vriendin Laura van Hattem. „Die gezellige feesten in Waddinxveen, zoals de Horecade en Koninginnedag, moeten blijven bestaan.” De Clippeleir: „Dat kleinschalige, dat ons-kent-onsgevoel in Waddinxveen, dat mag niet verloren gaan.”
Vlak naast de oprit naar de hefbrug over de Gouwe is schoenenwinkel Bremmer gevestigd. Binnen staan duizenden schoenen en laarzen keurig in het gelid te wachten op een nieuwe eigenaar. Jaap Bremmer ziet een fusie met Gouda vooral om identitaire redenen niet echt zitten. „Nu kan de Ondernemersvereniging Waddinxveen de koopzondagen aardig buiten de deur houden. Maar blijft dat zo als we één gemeente met Gouda vormen? De provincie gaat de oprit naar de hefbrug vervangen. Zes dagen per week gaan ze ermee aan de slag. Niet op zondag, omdat Waddinxveen veel christenen telt. De Protestantse Combinatie Waddinxveen is hier de grootste partij. Als we met Gouda samengaan, acht ik de kans groot dat er ook op zondag gewerkt gaat worden.”
Bremmer vindt het nadeel van herindeling dat de korte lijntjes verdwijnen. „Ik heb plannen voor een uitbreiding van de zaak. De wethouder die erover gaat, koopt hier zijn schoenen, dus die ziet met eigen ogen waar het om gaat en zal gemakkelijker een vergunning afgeven.”
Ook boomkweker Paul Bremmer –een verre achterneef van Jaap– vindt dat Waddinxveen beter zelfstandig kan blijven. De boomkwekerijen van de familie Bremmer liggen aan de overkant van de Gouwe en grenzen aan de polder Bloemendaal. „Waddinxveen is een echte plattelandsgemeente, Gouda is een stad. Ik vraag me af of een wethouder in Gouda oog heeft voor de landbouw in Waddinxveen. Het huidige college in Waddinxveen heeft dat in ieder geval wel.”
Andere gemeentenaam
Het dorp aan de Gouwe is bepaald niet de enige plaats in Zuid-Holland die de komende jaren een andere gemeentenaam zal krijgen. De provincie is bezig een ware legpuzzel te maken. Reeuwijk fuseert op 1 januari met Bodegraven. Het armlastige Boskoop kijkt naar Alphen aan den Rijn en Rijnwoude om uit de problemen te komen. Benthuizen, nu nog onderdeel van de gemeente Rijnwoude, zit zo dicht tegen Zoetermeer aan dat het dorp volgens de provincie beter bij die gemeente gevoegd kan worden.
Ook de vier gemeenten op Goeree-Overflakkee, Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee, kunnen volgens GS prima één gemeente vormen. In de Krimpenerwaard stuurt Zuid-Holland aan op een fusie van Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist. Per 1 januari 2013 vormen Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland in de Alblasserwaard één gemeente.
Herindelen is niet zomaar een ideetje van de commissaris van de Koningin van Zuid-Holland, Franssen. De rijksoverheid wil graag dat de provincie grote, bestuurskrachtige gemeenten realiseert, omdat deze lagere overheden steeds meer taken op hun schouders krijgen gelegd. Kleine gemeenten kunnen dat niet meer aan en werken vaak al samen met de buren om het hoofd boven water te kunnen houden. Door te fuseren ontstaat er een minder kwetsbaar bestuur. In principe vinden herindelingen alleen plaats met goedkeuring van de gemeenten zelf. Alleen als een gemeente zo klein is dat ze haar taken niet goed kan uitoefenen, kan herindeling verplicht worden opgelegd.
Bergambacht
„Ernstig verbaasd” was fractievoorzitter Wassink van de SGP/ChristenUnie-fractie in Bergambacht, dan ook toen hij vorige week dinsdag hoorde dat Gedeputeerde Staten, ondanks felle protesten van de gemeenten Nederlek en Bergambacht, doorgaan met de herindeling in de Krimpenerwaard. „Er is onder de bevolking absoluut geen draagvlak voor een fusie”, zegt Wassink. „Dat is voor onze fractie de belangrijkste reden om er nee tegen te zeggen.”
Zij aan zij met de andere partij in het college, Gemeentebelang, strijdt de SGP/CU-fractie voor zelfstandigheid van Bergambacht. Wassink: „Onze gemeente is financieel gezond, we hebben de zaakjes goed voor elkaar. Met de andere vier gemeenten in de Krimpenerwaard werken we op een unieke manier intensief samen in de K5-raad. Dat gaat heel goed. Ik zie het nut en de noodzaak van een herindeling niet.”
Wassink maakt zich vooral zorgen over de financiën. „Het is bewezen dat een herindeling enorm veel geld kost. Er moet een nieuw gemeentehuis komen, de loonkosten van ambtenaren gaan omhoog en de tekorten van andere, armlastige gemeenten moeten worden weggewerkt. Als de provincie daar een zak met geld voor meebracht, was het niet zo’n probleem, maar dat is niet het geval. Ik vind dat een heel slechte zaak: als provinciebestuur wel een herindeling doordrukken, maar de financiële consequentie aan de gemeente overlaten.”
Gemopper
Veel gemopper dus, voordat een herindeling een feit is. Maar hoe is dat na afloop? Een mooie gemeente om dat na te gaan, is Zuidplas. Nieuwerkerk aan den IJssel, Moordrecht, Zevenhuizen en Moerkapelle vormen sinds 1 januari deze nieuwe gemeente. Zevenhuizen en Moerkapelle maakten in 1991 al een fusie mee. Siem de Jong (63) uit Zevenhuizen was van 1986 tot 2008 politiek actief voor het CDA, eerst als raadslid in Zevenhuizen, daarna in Zevenhuizen-Moerkapelle, waarvan de laatste zes jaar als wethouder. Terugkijkend op de twee fusies in 1991 en 2010 zegt hij: „Protesten tegen herindelingen komen vaak van een kleine groep mensen: raadsleden en de achterban van politieke partijen. Het gros van de inwoners heeft een houding van: ze lossen het maar op, ik bemoei me er niet mee. Pas als er voorzieningen verdwijnen in hun eigen dorp, hoor je hen.”
De Jong bagatelliseert de protesten in bijvoorbeeld Bergambacht en Nederlek niet. Hij weet uit eigen ervaring dat de financiële lasten inderdaad omhooggaan na een fusie. „Als gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle lieten we het heffen van de ozb-belasting door een extern bedrijf doen. Dat scheelde ons 250.000 euro per jaar. Het gemeentebestuur van Zuidplas zegt nu: Dat doen we zelf wel. Dat is stukken duurder.”
De voormalige wethouder van Zevenhuizen-Moerkapelle denkt niet dat er door herindelingen echt bestuurskrachtiger gemeenten komen. „Wie bepaalt of een gemeente bestuurskrachtig genoeg is? Kijk eens naar Rotterdam. Dat is een grote gemeente. Maar veel ambtenaren werken er volkomen langs elkaar heen. Is dat de toekomst voor nieuwe fusiegemeenten?”
Bij de herindeling in 1991 kwamen de meeste protesten uit Moerkapelle. Vooral omdat het gemeentehuis daar werd gesloten en de mensen voortaan voor gemeentezaken naar Zevenhuizen moesten. De Moerkapelse Ria Lindhout-de Leeuw (56) vindt het nog steeds jammer. „Vooral voor oude mensen, bijvoorbeeld uit verzorgingstehuis Beth-San in Moerkapelle, is het lastig dat ze niet in het eigen dorp terechtkunnen. Nu moeten ze helemaal naar Nieuwerkerk aan den IJssel. Jongeren zijn wel mobiel, maar deze bejaarden niet.”
Lindhout heeft het gevoel dat Moerkapelle „er maar een beetje bijhangt. Het lijkt wel alsof er sinds de herindeling van 1991 minder aandacht is voor bijvoorbeeld onderhoud van het straatmeubilair en gemeentelijk groen. Maar dat kan ook alleen een gevoel zijn. Wat ik wel weet, is dat het Oranjecomité Moerkapelle ieder jaar de burgemeester uitnodigt om aanwezig te zijn op Koninginnedag. Hij is er nog nooit geweest. Wat dat betreft heb ik mijn hoop gevestigd op onze nieuwe burgervader, burgemeester Kats.”
Meer overzicht, minder inzicht
„Herindelen is niet zonder meer een garantie voor een bestuurskrachtige gemeente. Bestuurskracht hangt er ook van af of het college een hecht team is en of de verhouding tussen politiek bestuur en ambtenaren goed is.” Dat zegt professor A. Korsten (63), bijzonder hoogleraar bestuurskunde van de lagere overheden aan de Universiteit Maastricht.
Prof. Arno Korsten nam op 10 september afscheid als regulier hoogleraar aan de Open Universiteit. In zijn afscheidsspeech, getiteld ”Deugdelijk bestuur”, ging hij in op het revolutionaire voorstel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om alle gemeentelijke organisaties en provincies op te heffen en te vervangen door zo’n vijftig regiogemeenten. Het doel van de VNG is de slagkracht van het openbaar bestuur te vergroten én tegelijkertijd miljarden te besparen. Een goed idee in deze tijden van bezuinigingen, zou je denken.
Het VNG kreeg op haar ledenvergadering geen groen licht en ook prof. Korsten vindt grote regiogemeenten niet zonder meer een goed idee. „Een grote gemeente is niet per definitie slagvaardiger dan een kleine gemeente. Natuurlijk heeft een grote gemeente voordelen: er is meer budget, er zijn meer gespecialiseerde ambtenaren en de plancapaciteit neemt toe. Maar tegelijkertijd staan bestuurders veel verder van de burgers af en weten bestuurders soms niet eens waar een gehucht in hun gemeente ligt. Schaalvergroting in gemeenten zorgt dus voor een toenemend overzicht, maar een afnemend inzicht.
Maar er komen wel heel kleine gemeenten voor en daar rolt vaak weinig van de band. Een taakje erbij, en gemeentebestuurders raken verontrust of de gemeente die wel aankan. Heel kleine gemeenten zijn dus moeilijk te handhaven, en dat weten bestuurders zelf ook.”
Is de drang van de provincie Zuid-Holland om kleine gemeenten zoals in de Krimpenerwaard te laten fuseren tot één grote gemeente dus wel goed? Korsten: „Mijn advies is: laat gemeenten die willen fuseren dat zeker doen. Gemeenten moeten steeds meer taken overnemen van het Rijk en dit vraagt inderdaad om een goed functionerend ambtenarenapparaat. Maar laat gemeenten die zelfstandig willen blijven, gewoon zelfstandig blijven. Zij zullen het moeten zoeken in intensieve samenwerking. Als dat op den duur niet meer werkt, zullen ze vanzelf door de herindelingshoepel springen.”
Het liefst zou Korsten regiogemeenten zien ontstaan, waarbinnen gemeenten zelfstandig kunnen blijven functioneren. „Dan heb je de voordelen van een grote regiogemeente –slagvaardig bestuur voor de grote regionale ontwikkelingen– en de voordelen van een wat kleinere gemeente met een bestuur dat dicht bij de burger staat, bij elkaar. Maar ja, dat kan weer leiden tot te veel bestuurlijke drukte.”
De vijf gemeenten in de Krimpenerwaard zouden kunnen opgaan in een grote Krimpenerwaardregiogemeente met twee of drie inliggende gemeenten. Willen de gemeentebesturen dat niet, dan kan ik me voorstellen dat de provincie voor één grote Krimpenerwaardgemeente gaat. Maar eigenlijk vind ik zo’n gemeente te uitgestrekt.”