Oost-Duitser Most bleef knokken
CHEMNITZ – Voor het bedrijfsleven in Oost-Duitsland was een West-Duitse overname het beste was waarop ze konden hopen. Zo dachten althans de meeste zakenlieden. Maar niet bankier Edgar Most.
Edgar Most is misschien wel een van de prominentste DDR-coryfeeën. Jarenlang was hij bestuurslid van de SED, de regerende socialistische partij in Oost-Duitsland. Na de eenwording op 3 oktober 1990 klom hij als een van de weinige Oost-Duitsers in het herenigde Duitsland op tot in de hoogste regionen van het zakenleven.
De bovenzaal van het cultureel centrum in Chemnitz is afgeladen met bijna zonder uitzondering mensen op leeftijd. Edgar Most heeft een thuiswedstrijd. Hij zet de toon als hij zijn tweehonderdkoppig gehoor voorhoudt dat „van het socialisme leren” betekent: het kapitalisme redden. Waarmee hij maar wil zeggen dat de hereniging een zegen was voor de toenmalige kwakkelende West-Duitse economie.
Volgens de aankondiging zou het thema de financiële crisis zijn en zou Most voorlezen uit zijn autobiografie. In plaats daarvan krijgen de mensen een twee uur durende training ”moed vatten om het hoofd boven water te houden in het herenigd Duitsland”. Zijn eigen levensloop neemt Most daarvoor graag als voorbeeld. „Was ik niet van huis gegaan om wat van de wereld te zien, dan had ik hier niet gestaan.”
Jarenlang zat Most in de directie van Deutsche Bank. Die was na de Duitse eenwording gefuseerd met de Duitse Kredietbank die Most zelf in de nadagen van de DDR had opgericht. „Ik nam de aanmatigende houding aan dat de banken uit het Westen niet om ons heen konden als ze hier voet aan de grond zouden willen krijgen. Een overname? Dan wilde ik ook in de directie.”
Het is die houding die hij mist bij veel van zijn voormalige landgenoten. „We zijn te lang gebukt gegaan onder de overnamedrift van de West-Duitsers. Slechts 8 procent van het eigendom van de DDR is na de Wende in Oost-Duitse handen gebleven. Een klein beetje is door het buitenland opgekocht, 84 procent van de industrie ging bij de privatisering over in West-Duitse handen.”
Akkoord, er zijn honderden miljarden naar het oosten gegaan en desondanks is het daar nog steeds kwakkelen, geeft Most toe. Ondanks alle problemen wist de DDR zichzelf in ieder geval overeind te houden.
Een van de belangrijkste missers is volgens Most de invoering van de Duitse mark. „Bij de toenmalige koers was dat onverantwoord, vond zowel de president van de West-Duitse Staatsbank als ik. Kanselier Kohl zei echter: „Ik ben een politicus en neem politieke besluiten, jullie zijn de economen en lossen het wel op.””
„U bent me reuze meegevallen”, bekent een vrouw na afloop van Mosts praatje. „Deze taal had ik niet verwacht van een bankier.” „De Deutsche Bank was voor mij het symbool van de vijand”, reageert Most. „Maar toen ik merkte dat ik alle steun kreeg om wat op te bouwen, verdween mijn vooroordeel.”