Predikantenkorps Geref. Gem. vergrijst
Het predikantenkorps van de Gereformeerde Gemeenten vergrijst, constateert ds. G. J. van Aalst in het kerkelijk blad De Saambinder van deze week.
Was de gemiddelde leeftijd van de predikanten in 1978 nog 50 jaar, inmiddels is dat 54 jaar, berekende de predikant uit Klaaswaal.
Het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten komt over een maand weer bijeen „om die personen te horen die zich geroepen weten tot het ambt van herder en leraar.” In het kader daarvan gaat ds. Van Aalst in op de nood van het kerkverband en vraagt hij om gebed. „Een grote oogst. Maar ook weinige arbeiders. Het jaar 2003 lijkt nu al in het teken te staan van relatief veel emeritaatsaanvragen.”
De Gereformeerde Gemeenten tellen, aldus de predikant, op dit moment 155 gemeenten met in totaal 52 dienstdoende predikanten - vrijwel evenveel als 25 jaar geleden, toen er 156 gemeenten met 53 predikanten waren. Het aantal leden groeide in diezelfde periode echter van 81.000 tot meer dan 100.000. Was er in 1978 gemiddeld dus één predikant voor ruim 1500 leden en doopleden, nu is er één voor ruim 2000 leden en doopleden. „En dan spreken we uitsluitend over aantallen en niet over de toegenomen maatschappelijke zorg, over de complexere samenleving, over de slag om de jeugd, die steeds intenser wordt.”
Ds. Van Aalst wijst er verder op dat er in 1978 nog maar zeven grote gemeenten waren -gemeenten met meer dan 1500 zielen-, die alle een eigen predikant hadden. Dit jaar zijn dat er negentien, en daarvan zijn er acht vacant. „Als zo’n gemeente vacant raakt, ontstaat er zonder meer een noodsituatie. Die is er dus nu in verschillende gemeenten, soms al verschillende jaren.” Hij noemt in dat verband Kampen, Middelburg-Centrum, Hendrik-Ido-Ambacht, Ridderkerk en Kootwijkerbroek.
Om het beeld compleet te maken geeft de predikant ook aan hoe de situatie vijftig jaar geleden was. De nood was toen nog groter. „Vóór de verdrietige scheuring in dat jaar (1953) telden onze gemeenten 26 predikanten op 147 gemeenten, daarna nog maar 20 op 133 gemeenten. (…) Na de scheuring stonden die 20 predikanten gemiddeld voor bijna 3000 leden en doopleden. De Heere heeft knechten willen uitstoten, maar nood bleef er. Tot op de dag van vandaag.”