Bamberg overleefde elf concentratiekampen
DEN HAAG – „Als je je schop nat houdt, lukt het beter.” Met deze praktische opmerking begon een vriendschap die door het harde regime in de concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog helaas geen lang leven beschoren was.
De ontmoeting is nu mede de reden dat twee bestuursleden van stichting Oktober 44 uit Putten een boek uitbrengen met het bijzondere verhaal van Don Bamberg, de man die elf concentratiekampen overleefde.
Cor van Drie, een landarbeider die in oktober 1944 tijdens de razzia uit Putten werd weggevoerd, was met een schop handiger dan ik met mijn kantoorhandjes, zo vertelt de nu 90-jarige Don Bamberg uit Den Haag. Van Drie en vele andere Puttenaren waren naar Kamp Neuengamme in Duitsland afgevoerd om tankgrachten te graven. De Puttenaar zag Bamberg ploeteren in de drassige veengrond. „Hij leerde me hoe ik met een schop en pikhouweel moest werken. Ik ben met hem bevriend geraakt. Tijdens het graven heeft hij me verteld wat er in zijn dorp was gebeurd”, aldus Bamberg.
De tragische reis van Bamberg begon in 1941. De in Wenen opgegroeide twintiger werd na verraad dat jaar ter dood veroordeeld. Dertien maanden zat hij in een dodencel, totdat hij naar Kamp Amersfoort werd vervoerd. „De vrees van Hitler was dat verzetsmensen die gedood werden, als martelaren werden gezien.” Om dat te voorkomen werd bedacht dat mensen zoals Bamberg als Nacht und Nebelgevangenen moesten ‘oplossen in de nacht’.
Zijn reis, die hem van 1942 tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog naar elf concentratiekampen voerde, leek meerdere malen voortijdig te eindigen. Toch werd hij op cruciale momenten keer op keer door mensen van een wisse dood gered.
Van Drie hielp hem bij het graven in de klei, maar stierf zelf in het kamp. In Buchenwald gunde een arts aan Bamberg een baantje om zo op krachten te komen. Een kampcommandant, met wie hij na de oorlog bevriend raakte, gaf hem vervolgens een administratief baantje.
Naarmate de oorlog vorderde, werden kampen echter gesloten en werden gevangen keer op keer verplaatst. „Het transport van het Poolse kamp Gross-Rosen naar Dora Mittelbrau was het ergste dat ik in mijn leven heb meegemaakt. Vier nachten in een open kolenwagen, met temperaturen tegen de 40 graden onder nul, zonder eten en drinken.” In een van de laatste kampen waar Bamberg verbleef redde een kampvriend zijn leven door een document te vervalsen en hem in de ziekenboeg onder te brengen.
In 1985 maakte Bamberg zijn verhaal openbaar in het boek ”Dossier NN”. Het verhaal van Bamberg trok toen weinig belangstelling. Gert van Dompseler, onderzoeker bij Stichting Oktober 44, die zich bezighoudt met de lotgevallen van de weggevoerde Puttenaren, kreeg het boek in 2006 in Duitsland in handen.
„Ik had nog nooit van Cor van Drie gehoord. Ook had ik nog nooit een boek gelezen van iemand die schrijft over het leven van de Puttenaren in de kampen.” Van Dompseler en medeonderzoeker Pieter Dekker besloten het verhaal uit te pluizen en bezochten, samen met de kleindochter van Van Drie, Bamberg in Den Haag. „Het was zijn grote wens om het boek nog eens uit te geven. Dat hebben we nu gedaan.”
Zaterdag wordt het boek gepresenteerd na de herdenkingsceremonie voor de weggevoerde Puttenaren.