Vierde jaarcontract toegestaan
Niels is 24 jaar en werkt op basis van zijn tweede jaarcontract. Gerben is 26 jaar en zijn derde jaarcontract eindigt op 1 november 2010. Mag hun werkgever hun nogmaals een jaarcontract aanbieden?
Op 9 juli dit jaar is er een wet aangenomen die het mogelijk maakt om jongeren vaker een tijdelijk contract te geven. De wetswijziging geldt tot 1 januari 2012 met de mogelijkheid tot verlenging.
In het Burgerlijk Wetboek is een maximum verbonden aan het aantal tijdelijke contracten. Voor 9 juli 2010 was de hoofdregel dat er maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten aangegaan konden worden met een tussenliggende periode van niet meer dan drie maanden.
Flexibiliteit
Tevens mochten de tijdelijke contracten de duur van 36 maanden niet overschrijden. Dit betekent maximaal drie keer een jaarcontract, maximaal drie keer een halfjaarcontract en maximaal één keer een contract voor twee jaar. Een tweede contract voor twee jaar ging na 36 maanden over in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Sinds 9 juli is het mogelijk om werknemers die jonger zijn dan 27 jaar een vierde jaarcontract aan te bieden. Dit jaarcontract eindigt van rechtswege (zonder dat er een ontslagvergunning nodig is) wanneer het de duur van 48 maanden niet overschrijdt.
Deze wetswijziging is tot stand gekomen om meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt te creëren. Tijdens de huidige economische crisis is het voor werkgevers soms moeilijk in te schatten of ze een werknemer in vaste dienst kunnen aannemen. Nu bestaat de mogelijkheid om nog een keer een tijdelijk contract aan te bieden. Aan de ene kant is dit gunstig voor werknemers omdat werkloosheid op deze manier mogelijk voorkomen kan worden. Het op peil houden van werkervaring, vakkennis en het vasthouden van werkritme en inkomen is uiteraard veel aantrekkelijker dan werkloosheid. Aan de andere kant duurt de onzekerheid over wel of niet een vast contract langer voort. En het is uiteraard maar de vraag of er na afloop van het vierde tijdelijke contract wel een vaste baan in zit.
Onbepaalde tijd
De wet geldt overigens alleen voor werknemers die jonger zijn dan 27 jaar en op dit moment nog geen vast contract hebben.
Aan Niels (24), die op basis van zijn tweede jaarcontract werkt, kan na afloop van dit contract nog twee keer een jaarcontract worden aangeboden. Het vierde en laatste jaarcontract eindigt van rechtswege op zijn 26e.
Het derde jaarcontract van Gerben (26) eindigt op 1 november 2010. Op basis van deze nieuwe wet kan hem nogmaals een jaarcontract worden aangeboden. Stel dat Gerben eind november 27 jaar wordt? Vanaf zijn 27e is de nieuwe wet niet meer op hem van toepassing en verandert zijn laatste, op dat moment lopende arbeidsovereenkomst in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Uitzonderingen
Zowel van de oude als de nieuwe bepalingen kan worden afgeweken in de cao. Daarnaast geldt dat de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn op ambtenaren. Mogelijk worden binnenkort deze afspraken ook in de rechtspositieregelingen van ambtenaren opgenomen.
De regering heeft zich de vraag gesteld of het opnemen van een leeftijdsgrens niet in strijd is met het uitgangspunt van gelijke behandeling.
De conclusie is dat het stellen van de leeftijdsgrens objectief gerechtvaardigd is omdat het een legitiem doel dient (namelijk het bevorderen van arbeidsparticipatie door jongeren en het bestrijden van jeugdwerkloosheid) en dat dit middel passend is om het doel te bereiken.
De auteur is werkzaam bij de RMU als juridisch medewerker individuele belangenbehartiging.