’Sterkere profileringsdrang in oecumene’
Steeds meer kerken die aan de oecumene deelnemen, willen de eigen identiteit behouden en versterken. Die tendens signaleert algemeen secretaris ds. Ineke Bakker van de Raad van Kerken.
Ze heeft nog geen eindoordeel over de vraag of de profileringsdrang uiteindelijk positief of negatief is voor de oecumenische samenwerking.
Bakker wijst erop dat de oecumenische beweging in de afgelopen vijftig jaar spectaculair is gegroeid. De oecumene is volgens haar vanzelfsprekend geworden, ook voor jongeren, al kennen die de term soms niet.
Maar het oecumenisch ideaal is sinds kort aan het verschuiven. „Van een streven naar zichtbare eenheid - vaak geïnterpreteerd als institutionele en organisatorische eenheid - wordt oecumene meer en meer een streven naar eenheid in verscheidenheid. Met een toenemende nadruk op verscheidenheid”, schrijft Bakker in Overeen, een blad van de Katholieke Vereniging voor Oecumene Athanasius en Willibrord.
Juist als kerken elkaar beter leren kennen en meer gaan samenwerken, blijkt de behoefte aan behoud en versterking van de eigen identiteit te groeien. De algemeen secretaris denkt dat de veranderingen mede te maken hebben met de postmoderne cultuur, waarin verschillen positiever worden gewaardeerd dan voorheen. Ook de toenemende invloed van de media en de behoefte van de kerken om daarin duidelijk zichtbaar te zijn, spelen volgens haar zeker een rol.
Soms lijkt de profileringsdrang afbreuk te doen aan de gezamenlijkheid in de Raad van Kerken en dreigen kerken elkaars concurrenten te worden, constateert Bakker. Als kerken bijvoorbeeld los van elkaar verklaringen uitgeven over bepaalde kwesties, is oecumene „ver te zoeken”. Maar als de raad met een gezamenlijke verklaring komt en lidkerken die aanvullen met een oproep voor de eigen geloofsgemeenschap, dan kan het de oecumene versterken.
Bakker vindt verder dat het voor christenen hoog tijd is hun „achterhoedegevechten” te staken. Ze moeten volgens haar beseffen dat hun onderlinge verschillen in een multireligieuze en -culturele samenleving beduidend minder relevant zijn. „We moeten de ramen en deuren naar de samenleving wijd openzetten”, schrijft ze.
Bakker schreef haar bijdrage naar aanleiding van de viering dit jaar van de 150e verjaardag van het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland. In het licht van de tendens om zich te profileren, vindt ze het niet verrassend dat de herdenking het motto Katholiek met hart en ziel meekreeg en niet Christen met hart en ziel.