Epicurus opgehemeld
Schaker en beleidsadviseur Marcel Verweij werd tijdens zelfstudie zo gegrepen door de actualiteit en bruikbaarheid van de filosofie van Epicurus (3e eeuw v. Chr.) dat hij besloot een pleidooi te schrijven voor het epicurisme. Het zou de moderne lezer veel te bieden hebben, want Epicurus „geeft antwoorden op vragen waar mensen al eeuwenlang mee worstelen” en de door hem aangeprezen gemoedsrust „geeft mij een positief en zinvol leven.”
Wie vervolgens kennismaakt met Epicurus’ gedachtegoed zal inderdaad instemmend knikken bij opmerkingen over het belang van vrijheid, de wenselijkheid van vriendschap en het nut van een verstandig oordeel. Velen zullen ook verbaasd staan bij de ontdekking dat Epicurus niet de hedonistische losbol en wellusteling was die men van hem heeft gemaakt. Hij beweerde niet meer dan dat het geluk gelegen is in het vermijden van (lichamelijke en geestelijke) pijn.
Maar wie Epicurus volledig serieus wil nemen moet ook meegaan met zijn materialisme, dat iedere bemoeienis van God ontkent. Moet ook meegaan met zijn constatering dat angst voor de dood ongegrond en dus onnodig is. Moet ook meegaan met zijn individualisme, dat kan ontaarden in egoïsme. Moet hem nazeggen dat het lijden geen enkele zin heeft en dat religie niets toevoegt aan een gelukkig leven.
Wie ten slotte het epicurisme tot zich neemt via het boekje van Verweij zal zich opwinden over de opeenstapeling van stijl- en spellingfouten, de inhoudelijke oppervlakkigheid en de kritiekloze ophemeling van de held Epicurus.
De remedie van Epicurus, Marcel Verweij; uitg. Aspekt, Soesterberg, 2010; ISBN 978 90 5911 908 6; 134 blz. € 17,95.