Dat blijkt uit een brief over de stand van zaken van de bijdrage aan de ISAF-macht in Afghanistan, die de demissioniare ministers Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) en Eimert van Middelkoop (Defensie) maandag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.

In 2011 zullen nog ongeveer 160 Nederlandse militairen actief blijven in Afghanistan, merendeels in staffuncties in Kabul en Kandahar, maar ook een medisch team voor het hospitaal op de NAVO-basis in Kandahar. Deze inzet kost ongeveer 8,5 miljoen euro. In de loop van 2011 loopt dat aantal terug naar bijna honderd. Onder hen zijn 37 militairen die niet vanuit Nederland maar namens NAVO-kwartieren worden uitgezonden naar Afghanistan.

Daarnaast blijven ongeveer dertig Nederlanders betrokken bij de training van Afghaanse politiemensen. Het gaat om vijf Nederlandse marechaussees voor de European Gendarmerie Force (EGF) en voor de Europese politiemissie EUPOL zeventien politiemensen, vier marechaussees en drie civiele deskundigen.

In totaal zijn er op dit moment, eind september, 1100 Nederlandse militairen uitgezonden. Alle militairen van de Task Force Uruzgan (TFU) en de Task Force 55 zijn evenwel al weg. Ongeveer zevenhonderd manschappen zijn bezig om Nederlands materieel in te pakken en terug te zenden naar Nederland. Deze redeployment task force (RDTF) is uiterlijk 1 mei 2011 klaar. Het merendeel van deze manschappen zijn echter al eerder terug. Tijdens de afbouwperiode blijven vier F-16-gevechtsvliegtuigen vanaf de militaire basis in Kandahar actief.

De totale kosten voor de afbouw vallen lager uit, doordat de RDTF kleiner is. De verkoop van materieel en infrastructuur aan de Australiërs en de Amerikanen levert tussen de 20 en 30 miljoen euro op. Dat geld vloeit terug naar Defensie en naar de HGIS, een potje op Buitenlandse Zaken dat is bedoeld voor missies.