Verdeelde EU-conventie raakt onder tijdsdruk
BRUSSEL - Overeenstemming binnen de conventie die een Europese grondwet voorbereidt, is nog ver te zoeken. Ondertussen begint de tijd te dringen. Op 20 juni moet de ontwerptekst gereed zijn.Giscard d’Estaing, die leiding geeft aan de ’denktank’ van 105 afgevaardigden, presenteerde donderdag in Brussel zijn eerder deze week al uitgelekte voorstellen over de organisatie en de werkwijze van de EU in de toekomst. De eerste reacties duiden -en dat vormt na alle reeds gevoerde discussies geen verrassing- op flinke verdeeldheid.
Ook de Franse oud-president zelf erkende vooraf al, in zijn toelichting, dat er uiteenlopende opvattingen bestaan. „U bent het niet eens over wat u verwacht van Europa”, constateerde hij. Daaraan voegde hij de waarschuwing toe dat een mislukking van de conventie „een grote teleurstelling” zou oproepen. „Dat zullen de burgers moeilijk kunnen verteren.”
Er komen straks waarschijnlijk twee nieuwe prestigieuze banen. Als het aan Giscard ligt, krijgt de Unie, die vanaf mei volgend jaar 25 leden telt, een eigen minister van Buitenlandse Zaken en een voltijdvoorzitter. Over het creëren van eerstgenoemde post tekent zich consensus af. Datzelfde geldt zeker niet ten aanzien van die andere functionaris. Die is uiterst omstreden.
De grote landen willen graag zo’n semi-permanente EU-voorzitter. Giscard speelt met zijn plannen in op die wens. Hij pleit ervoor iemand te benoemen die over minimaal twee jaar ervaring beschikt als premier, voor een ambtstermijn van twee en een half jaar, met de mogelijkheid van eenmaal een herverkiezing.
De kleinere lidstaten voelen niets voor die constructie. Zij vrezen dat de grote partners op die manier de macht naar zich toetrekken, ten koste van de invloed van de Europese Commissie, die geacht wordt het algemeen belang en niet de nationale belangen te behartigen. Zij geven er voorkeur aan het huidige systeem, waarbij het voorzitterschap per halfjaar wisselt onder de regeringen, te handhaven.
De Ierse minister Roche kondigde donderdag aan dat hij overweegt om begin mei als gastheer op te treden van een vergadering van de kleintjes. Die zullen dan proberen een gezamenlijk antwoord te formuleren op de gewraakte voorstellen en een strategie uit te zetten om het tij te keren. Eerder organiseerden zij met elkaar ook al zo’n minitop. Het geeft aan dat zij zwaar tillen aan de kwestie. De Nederlandse staatssecretaris Nicolaï (Buitenlandse Zaken): „Zo’n zonnekoning zien we echt niet zitten.”
Maar er klinken ook geluiden dat het introduceren van een voltijdvoorzitter uiteindelijk politiek onvermijdelijk zal wezen. „Je moet streven naar een compromis en dat zal niet het rotatiesysteem van nu zijn”, zei het Tweede-Kamerlid Timmermans (PvdA) in Brussel. Hij heeft als een van de vertegenwoordigers van het Nederlandse parlement zitting in de conventie.
Aan de kant van de Europese Commissie valt eveneens enige beweging te constateren. Zij is in ieder geval blij dat Giscard d’Estaing een afgelopen maandag door hem verspreid idee weer heeft ingeslikt. Toen opteerde hij ervoor om rond de beoogde voorzitter nog een aantal mensen, waaronder een vice-voorzitter, aan te stellen die samen als een bureau de regie zouden voeren over de EU. Zo’n extra orgaan had het risico op het ontstaan van een nieuwe machtsfactor verder versterkt.
Uit woorden van een van de commissarissen, de Fransman Barnier, maken we op dat een voltijdvoorzitter uiteindelijk wel acceptabel is, mits betrokkene slechts bescheiden bevoegdheden krijgt. Giscard benadrukte in dit verband dat het geen president zal zijn, maar een voorzitter, iemand die alleen de besprekingen voorbereidt en voorzit. Er lijkt dus ruimte aanwezig voor een deal.
Veel tijd rest er niet meer. Op 20 juni, op de top van de staatshoofden en premiers in het Griekse Thessaloniki, moet het document op tafel liggen. Diverse conventiegangers klaagden gisteren over het krappe schema. Giscard sloot zich daarbij aan. Maar hij bracht tegelijk de realiteit onder de aandacht: de regeringsleiders hebben de conventie in het leven geroepen en zij bepalen dus ook wanneer het werk dient te zijn afgerond.