Binnenland

De pijn van de pluriforme samenleving

Wie zegt dat alle burgers gelijk zijn, zegt eigenlijk niets. De wetgever moet invullen wat gelijkheid nu precies is. En vandaag gebeurt dat volgens dr. Henk Post soms zo overdreven dat het net lijkt op een nieuwe religie.

Evert van Vlastuin

25 September 2010 08:58Gewijzigd op 14 November 2020 11:54
Foto RD
Foto RD

„Die Boris van der Ham van D66 is ook net een Don Quichot”, foetert Post. „Al die jaren heeft zich nooit een homo bij de Commissie Gelijke Behandeling gemeld vanwege discriminatie op een christelijke school. Toch wil Van der Ham de wet aanpassen, omdat hij bang is dat die nog te veel ruimte geeft aan ongelijke behandeling.”

Voor Post valt dit, net als het boerkaverbod, in de categorie overbodige regelgeving. „Men roept een probleem op dat niet bestaat. Er heeft nog nooit een vrouw een wapen onder een boerka vandaan gehaald. Dat is azen op goedkoop succes.”

Toch zijn de Don Quichots ook niet helemaal blind, erkent Post. „Men heeft een waarheidselement. Iedereen heeft het recht de kleding van eigen keuze aan te trekken, maar ik kan me wel voorstellen dat een boerka bij een examen niet praktisch is. Ook kan ik me er helemaal in vinden homo’s niet af te wijzen puur omdat ze homo zijn. Dat doen we met negers en Joden ook niet. Maar een schoolbestuur kan wel doorvragen op de totale levensovertuiging en zo iemand toch niet aannemen. Zulke pijn hoort bij onze pluriforme samenleving.”

In zijn nieuwe boek ”Gelijkheid als nieuwe religie” dat volgende week verschijnt (Wolf Legal Publishers, 204 blz., 19,95 euro), somt Post actuele voorbeelden van „botsende grondrechten” op. Het doel van zijn boek is „niet om slimmer te zijn dan de staatsrechtgeleerden”, maar een overzicht van de stand van zaken. „Ik ben geen jurist dus ik ben er een beetje als leek in gestapt. Toch zie ik veel onkunde. Politici roepen bijvoorbeeld al gauw iets over ”scheiding van kerk en staat”. Dat is altijd goed, denken ze, maar het is lang niet altijd ter zake. Er zitten ook nog maar weinig staatsrechtgeleerden in de Tweede Kamer.”

Post pakt een recent ingezonden brief uit dagblad Trouw om de onkunde over grondrechten te illustreren. „Hier zegt iemand dat de vrijheid van onderwijs betekent dat ieder kind evenveel financiële steun krijgt. Dat is klinkklare onzin. Het gaat erom dat de ouders het recht hebben dat het onderwijs aansluit bij hun overtuiging. En dat een overheid die bepaalt welke overtuiging in het onderwijs geldt, bezig is met discriminatie die kan uitlopen op tirannie. Een echte neutrale, liberale staat biedt ouders de vrijheid.”

Dat betekent ook dat Post, zelf overtuigd christen, ruimte geeft aan islamitisch onderwijs. „Daar wordt niemand slechter van, ook christenen niet. Nederland is historisch gezien een ruimhartig land. De kwaliteit van dat onderwijs moet natuurlijk wel worden bewaakt.”

Post haalt in zijn boek oud-VVD-leider Bolkestein aan, voor wie islamitische scholen een brug te ver zijn. „Eerlijk gezegd begrijp ik dat niet. Ik vind dat niet liberaal. Zeker, Nederland heeft een christelijke traditie. Daar danken we onze zon- en feestdagen aan. Dat hoeven we niet overboord te gooien. Maar in een pluriform land moeten we dezelfde ruimte aan anderen geven die we ook voor onszelf wensen.”

Dit gaat niet zonder pijn, meent Post. „Tolerantie is geen onverschilligheid. Ik zie liever dat er kerken dan moskeeën worden gebouwd, maar ik gun de islamieten wel de ruimte. Evenzeer vind ik het pijnlijk dat het huwelijk nu openstaat voor homo’s. Maar deze pijn hoort bij een pluriforme samenleving.”

U stelt dat voor de meerderheid vandaag de gelijkheid een nieuwe religie kan worden. Maar deze mensen zijn doorgaans heel seculier, niet religieus.

„Het gaat erom dat ze hun visie drijven en aan anderen opleggen en dat ze het evenwicht tussen de rechtsstaatbeginselen uit het oog verliezen. Gelijkheid is dan een nieuwe heilsweg. De staat weet wat goed is voor het hele volk. Op zulke heilswegen gebeurt doorgaans groot onheil. Dat leidt tot onderdrukking van minderheden.”

Een mooi voorbeeld van opgelegde gelijkheid is dat minister Van der Laan van Integratie geen aparte taalcursussen voor mannen en vrouwen wilde aanbieden. „Maar als dat hun manier van doen is, respecteer dat dan. Als die vrouwen met elkaar zijn, bevordert dat ook hun emancipatie. Het lijkt me zonneklaar dat die taalcursus meer effect heeft als de mensen zich prettig voelen. Het opdringen van dit soort zaken is in strijd met de vrijheid van godsdienst die moslims toekomt.

Tegelijk besef ik dat er een grens is, ook al weet ik niet waar. Mijn uitgangspunt is dat de overheid terughoudend dient te zijn bij het niet accepteren van gewetensbezwaren. Ook met bijvoorbeeld gedwongen vaccinatie.”

Voor Van der Laan lag de grens bij de gelijkheid van man en vrouw. Hij accepteerde daarvan geen nuancering.

„Die gelijkheid is ook een kernwaarde. Maar je helpt mensen pas in hun integratie als je ze eerst erkent in hun soevereiniteit. Als wij nieuwe buren krijgen, integreren die ook pas nadat we ze eerst erkennen, zonder voorwaarden vooraf. Als ik hen eerst aantast in hun persoonlijke waardigheid, komt er van integratie weinig terecht.”

U hebt moeite met een overheid die emancipatie bevordert. Maar is dat geen studeerkamertaal? Politici hebben een missie en willen niets liever dan de wereld verbeteren.

„Dat mogen ze, maar met respect voor de rechtsstaat. Als minister Plasterk de boerka een „onding” noemt, strijdt dat met de neutrale staat. De overheid is er voor alle burgers, niet alleen voor een progressieve meerderheid.

De kern van een vreedzame democratie is dat de meerderheid de minderheid respecteert. Een hoogtepunt van onze democratie zie ik in 1917, toen de gelijke financiering van het bijzonder onderwijs is ingevoerd, onder meer door de liberale Cort van der Linden. De vrijheid van onderwijs geeft minderheden ruimte. Een dieptepunt vind ik een algeheel boerkaverbod. Dat komt neer op het afdwingen van emancipatie, waarbij men de soevereiniteit van de boerkadraagster niet respecteert.”

Is uw moeite met gelijkheid wel terecht? Het is immers een christelijke waarde.

„Dat is zeker. We zijn allemaal schepselen van God en iedereen wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. In de praktijk bestaan er echter geen gelijke gevallen.

Mijn moeite zit in het verabsoluteren van deelwaarheden, zoals bijvoorbeeld nu de gelijke behandeling van homoseksuelen. Dat lobbygroepen als het COC deze deelbelangen doordrammen, begrijp ik. Maar van politieke partijen verwacht ik meer evenwicht.”

U prijst in uw boek nota’s van gezaghebbende overheidsdienaren, zoals minister De Graaf (D66), minister Ter Horst (PvdA), burgemeester Cohen en prof. Van de Donk van de WRR, omdat die het evenwicht tussen botsende belangen bewaren. Hoe kan er in de politiek dan toch zo veel discussie bestaan?

„Zulke evenwichtige nota’s ontstaan omdat deze mensen een goede bestuurlijke houding aannemen. Ter Horst en De Graaf werden zelfs uit hun eigen partij onder vuur genomen. Als bestuurder waren ze uitgestegen boven het partijpolitieke niveau. Dat vind ik prijzenswaardig. Maar hun partijen blijven blijkbaar hangen aan hun achterban en de deelbelangen die daarin leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer