Dat bevestigt directeur Chris Ronteltap van het Legermuseum donderdagmiddag tegenover deze krant.

Er lopen onderhandelingen met Defensie over het verstrekken van oorlogsmaterieel uit Uruzgan aan het museum. „Als museum willen we een beeld geven van de krijgsgeschiedenis door de eeuwen heen. Dus ook over de strijd in Uruzgan. We willen beeldbepalende objecten hebben, bijvoorbeeld voor overzichtstentoonstellingen in de toekomst. Daar horen natuurlijk beschoten legervoertuigen bij, maar ook bijvoorbeeld wapens en de persoonlijke uitrusting van de Nederlandse militairen in Uruzgan.” Volgens Ronteltap is Defensie „absoluut” bereid spullen uit Uruzgan af te staan.

Het is mogelijk dat het museum militaire wrakken uit Uruzgan krijgt, waar Nederlandse militairen in zaten die gewond raakten of sneuvelden, stelt Ronteltap. Hij erkent dat dat „gevoelig” ligt, bijvoorbeeld met het oog op nabestaanden van gevallen militairen. „We zullen zo’n voertuig niet meteen tentoonstellen. We moeten daar met heel veel voorzichtigheid mee omgaan. Je moet dan de vraag stellen: Laten we die voorwerpen over tien jaar zien, over twintig jaar, veertig of honderd jaar?”

Het Legermuseum dringt er bij Defensie op aan om militairen spullen uit Uruzgan niet weg te gooien of te vernietigen. „We zeggen: Geef ons de spullen met het Afghaanse zand er nog aan. We kunnen de voorwerpen eerst opslaan in een depot. Als ze maar niet verloren gaan. We willen nu immers ook bijvoorbeeld een uniformjasje uit de Napoleontische tijd kunnen laten zien?”

Overste D. Simons, voorlichter bij de Landmacht, bevestigde donderdag desgevraagd dat er overleg is met het Legermuseum over materieel uit Uruzgan. Defensie staat „welwillend” tegenover het verzoek van het museum. „Uit het oogpunt van het belang van geschiedschrijving over de rol van Nederlanders in Afghanistan.” Het is mogelijk dat het beschoten voertuigen betreft.

Militaire voertuigen waarin soldaten zijn gesneuveld of gewond zijn geraakt, worden alleen afgestaan, als directbetrokkenen (zoals nabestaanden) daar geen probleem mee hebben, stelt Simons. Hij benadrukt dat Defensie zo veel mogelijk van het materieel uit Uruzgan wil hergebruiken voor krijgsmachttaken. „Daar ligt onze prioriteit de komende maanden. Mogelijk is er dan nog materieel dat naar het museum kan.”

Recent ontstond ophef rond een mogelijke tentoonstelling in een Apeldoorns museum van de gecrashte Suzuki Swift, waarmee Karst T. op Koninginnedag 2009 op een menigte inreed. Daarbij kwamen acht mensen om, inclusief Karst T. zelf.