Ze riep op ermee te stoppen, want de stroom van meningen wordt er anders niet overzichtelijker op. Een voorzitter kan het zo allemaal niet meer ‘managen’, stelde ze. Verbeet heeft gemerkt dat de Kamerleden ‘allemaal’ weleens twitteren over een debat waaraan ze deelnemen.

Omdat niet iedereen tijdens het debat in kwestie de ‘tweets’ meteen ziet, heeft niet iedereen dezelfde informatie, aldus Verbeet na afloop van het debat. Dat is dus allemaal erg hinderlijk, vindt Verbeet. „Ik verzoek alleen, ik verbied niks.” Het heeft volgens haar ook met hoffelijkheid te maken. Zelf twittert ze nooit, al vindt ze twitteren in het algemeen wel ‘heel erg leuk’. „Ik mag van mezelf niet twitteren, ik wil me concentreren op het debat.” Ze vertelde dat ze ook wel berichten krijgt van mensen die debatten op tv of via internet volgen en zich ergeren aan politici die maar met hun mobieltjes in de weer lijken te zijn.

Tijdens het overleg ontstond enige commotie over onder meer een ‘tweet’ van Hero Brinkman van de PVV, die hij (overigens elf minuten voor het debat) de wereld had ingestuurd: „Straks debat met onze Nationale ombudsman. Onze D’66 potentaat wil politiek instrument maken van ombudsman.” Andere Kamerleden konden zich er niet in vinden. Minister Ernst Hirsch Ballin van Binnenlandse Zaken noemde een en ander misplaatst.

Brinkman hield vol dat de huidige ombudsman, Alex Brenninkmeijer, voorzichtiger moet acteren als het politiek gevoelig kan liggen. Hij diende een motie in om de onafhankelijkheid van het instituut van de ombudsdman te garanderen. Pierre Heijnen van de PvdA waarschuwde Brinkman de ombudsman, ‘de bondgenoot van de burger’, niet te beknotten. Volgens Hirsch Ballin zou met de motie alleen maar worden bevestigd wat er in de grondwet staat.