Martinair maakt zich zorgen om SARS
Martinair heeft de eerste maanden van dit jaar „lekker gevlogen, maar geen winst gemaakt.” Topman A. Verberk is niet ontevreden. Tegelijkertijd maakt hij zich ernstige zorgen over de nabije toekomst. De gevolgen van het oprukkende SARS-virus zijn niet te overzien. Bovendien zitten de toestellen voor deze zomer nog niet halfvol.
De luchtvaartmaatschappij van Verberk draait op zich niet slecht. Een nettowinst van 3 miljoen euro over 2002 is bij lange na geen topprestatie, maar gezien de belabberde omstandigheden in de luchtvaart is het al een hele kunst om zwarte cijfers bij elkaar te vliegen.
„Je kunt trots zijn op dit resultaat, maar ik sla me niet op de borst. Want 3 miljoen euro op een omzet van een kleine 800 miljoen euro is natuurlijk niks.” Afgezet tegen het verlies van 13 miljoen euro over 2001 blijkt dat Martinair de zaakjes toch aardig onder controle heeft.
De winst komt vooral uit een bescheiden groei van het vrachtvervoer. Verberk voorziet in deze categorie een verdere verbetering. Martinair verwacht vooral veel van het Verre Oosten. Binnenkort opent de maatschappij een lijndienstverbinding op de stad Nanjing in China. Daarmee gaat een markt van 74 miljoen mensen open. Verder werkt Martinair voor passagiers aan nieuwe bestemmingen in Brazilië en het Midden-Oosten. Ook Paramaribo zou een optie zijn.
De onzekerheid voor dit jaar is echter groot. Vooral SARS gooit roet in het eten. Het virus uit het Verre Oosten heeft de luchtvaart in zijn greep. Vliegtuigen blijken een belangrijke bron voor de verspreiding van de gevreesde ziekte te zijn. Martinair waagt zich daarom niet aan een voorspelling over de komende maanden.
De luchtvaartmaatschappij start binnenkort met een lijndienst op Toronto, een van de besmettingshaarden van SARS. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO ontraadt het reizen naar de Canadese stad. „Ik moet er niet aan denken dat onze toestellen half leeg daar naar toe vliegen”, verzucht Verberk. Denkbeeldig is de angst niet. Vliegtuigen naar het Verre Oosten zijn momenteel voor niet meer dan pakweg 10 procent bezet. In een toestel met 400 stoelen zitten 40 passagiers. „Echt heel erg.”
Daarbij komt de luchtvaartmaatschappijen momenteel kampen met een nasleep van de Golfoorlog. De boekingen van januari en februari voor een vliegvakantie in de komende zomer -de traditionele topperiode- blijven sterk achter bij voorgaande jaren. „Er is slecht geboekt.” Martinair neemt daarom maatregelen om de omvang van de schade beperkt te houden.
De afgelopen anderhalve week herstelt de markt zich enigszins, maar echt zoden aan de dijk zet deze opleving nog niet. „De vraag is of er massale last-minute boekingen ontstaan. Gebeurt dat niet, dan hebben we echt een probleem. We zijn bang voor het hoogseizoen.”
De meivakantie overtreft daarentegen alle verwachtingen. De vliegtuigen zitten boordevol. Martinair heeft zelfs zes extra toestellen moeten inhuren om aan de vraag te voldoen. „Vakantie blijkt een eerste levensbehoefte te zijn geworden.”
Martinair wil zich blijven presenteren als kwaliteitsmaatschappij. Verberk moet niets hebben van low costcarriers. „Een vakantieganger wil best betalen voor service. Vakantie is iets bijzonders. Dan wil je het naar je zin hebben.” Volgens de topman is de hype rond de opmars van prijsbrekers voorbij. „De passagier wil niet meer uitgehongerd op zijn vakantieadres aankomen.”
De toekomst van Martinair -50 procent eigendom KLM, 50 procent Nedlloyd- blijft ongewis. Nedlloyd wil deze niet-kernactiviteit graag afstoten, terwijl KLM de andere helft aandelen graag toevoegt aan zijn eigen activiteiten. De mededingingsautoriteiten van de Europese Commissie blijven de verkoop dwarsbomen. Volgens Verberk zijn de mogelijkheden recent nog afgetast.
De president-directeur ziet een verkoop van Martinair aan een andere luchtvaartmaatschappij niet snel gebeuren. „Martinair is ongeveer een achtste in grootte van KLM. Dit bedrijf zal geen concurrentie in zijn achtertuin toestaan.”