Hertaling formulieren vertraagd
De hertaling van de klassieke liturgische formulieren kost meer tijd dan aanvankelijk was gepland. De vorig jaar ingestelde werkgroep verwacht komend najaar gereed te zijn.
Als eerdere streefdatum was maart 2003 aangehouden, maar dit bleek niet haalbaar te zijn. Dat melden ds. J. H. Uytenbogaardt, secretaris van de Redactie Dienstboek van de SoW-kerken, en drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, in de Waarheidsvriend van deze week.
Doel van de hertaling is het ”oude goud” opnieuw toegankelijk te maken. De daarvoor noodzakelijke zorgvuldigheid en de gevraagde snelheid staan echter met elkaar op gespannen voet, schrijven ze. „Het zo dicht mogelijk naar het origineel toe hertalen, vraagt de nodige tijd om verschillende versies met elkaar te vergelijken. Daarnaast blijft onverkort de noodzaak bestaan om de vaak ingewikkelde gedachtegangen met bijbehorende zestiende-eeuwse lange zinnen tot hoorbare en leesbare proporties terug te brengen. Maar ook dan blijken het idioom van de geloofsleer en de taalwereld waarin deze tot ons komen nauw met elkaar samen te hangen.”
Een ander probleem is de manier waarop de Bijbel in de formulieren wordt aangehaald, constateert de werkgroep. „Soms is er sprake van een letterlijk citaat - al is niet altijd meteen duidelijk uit welke vertaling, maar veel vaker zien wij een zogenoemd ”liturgisch gebruik van de Heilige Schrift”, dat door de eeuwen heen en ook in de tijd van de Reformatie gebruikelijk is geweest. Dit wil zeggen dat er min of meer vrij wordt geciteerd in het kader van de gedachtegang die door de auteurs wordt ontwikkeld. Vooralsnog is er door de werkgroep voor gekozen om de letterlijke citaten weer te geven in de Statenvertaling van de zogenoemde Tukker-versie 1977, terwijl bij vrije citaten in de uiteindelijke keus zowel de Statenvertaling als de gekozen bewoordingen (die veelal aan een buitengebruik geraakte vertaling zijn ontleend) in de gedachtegang meespelen.”
Inmiddels zijn de formulieren voor de bediening van de heilige doop, de bevestiging van het huwelijk, het afleggen van belijdenis en de bediening van het avondmaal in concept gereed.
De werkgroep die de hertaling voorbereidt, werd vorig jaar mei ingesteld. Zowel het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond als de redactie Dienstboek van de SoW-kerken heeft toen personen voorgedragen. Vanuit de redactie Dienstboek zijn dit ds. W. P. van der Aa uit Renkum, ds. D. M. Elsman uit Opijnen, dr. K. W. de Jong uit Alphen aan den Rijn, ds. P. M. J. Hoogstrate uit Ermelo en de neerlandicus W. Hagoort uit Ermelo. Vanuit de Gereformeerde Bond zijn dit ds. A. Baas, ds. F. Hoek, ds. R. H. Kieskamp en de neerlandici C. Bregman en dr. J. de Gier. De geijkte hertaling zal worden opgenomen in de reeks ”Proeven voor de eredienst”. Inmiddels is ook duidelijk dat de publicatie van de volgende aflevering hiervan niet in het najaar 2003, maar in het voorjaar 2004 zal zijn.
De schrijvers van de evaluatie vinden het van belang te signaleren dat „de ontmoetingen in de werkgroep en het theologisch gesprek tussen de vertegenwoordigers uit verschillende modaliteiten en richtingen van onze kerk een grote mate van herkenning en verdieping opleveren.” Dit bleek bijvoorbeeld in een recent gesprek van de vertegenwoordigers van het hoofdbestuur, de redactie en de werkgroep. Daarbij ging het over de vraag naar de achtergronden van de wijze waarop in het formulier van de heilige doop de verhouding van besnijdenis en doop wordt beschreven en de mogelijke misverstanden die dat in het huidige tijdsgewricht zou kunnen oproepen. „Deze signalen van gedeelde herkenning stemmen tot dankbaarheid en openen perspectieven voor een hernieuwde aandacht voor de ontwikkelingen in de eredienst in de gereformeerde traditie.”