„Baby’s krimpen ineen, alsof ze kracht zoeken om te huilen”
SUKKUR – Suhani Bunglani slaat de om haar twee dochtertjes zwermende vliegen weg. Een van de meisjes ligt bewegingloos te slapen, de andere staart zonder met haar ogen te knipperen naar het tentdoek. Haar buik bolt op van onder een groen bloemetjesshirt.
Hun zusje overleed vier dagen na haar geboorte in de bloedhete tent, niet lang nadat het gezin op de vlucht was geslagen voor de overstromingen die een groot deel van Pakistan hadden getroffen. Nu dreigen ook de twee meisjes, 1 en 2 jaar oud, een langzame dood te sterven.
Meer dan 100.000 kinderen die door de overstromingen dakloos zijn geraakt, dreigen volgens Unicef te sterven, gewoonweg doordat ze niet genoeg te eten krijgen. Kinderen uit arme gebieden die ook voor de overstromingen al verzwakt waren door voedselgebrek, vechten voor hun leven, terwijl ze worden geplaagd door diarree, luchtwegaandoeningen of malaria.
Artsen in het kamp, waar het 38 graden Celsius is en dat naar urine en mest stinkt, hebben al drie keer tegen Bunglani gezegd dat haar kinderen het niet zullen redden als ze hen niet naar het ziekenhuis brengt.
De vrouw zegt dat ze weet dat haar dochtertjes hulp nodig hebben, maar dat ze de tent niet kan verlaten zonder toestemming van haar man. Dat betekent dat ze moet wachten op zijn terugkeer, zelfs als daardoor het leven van de kinderen op het spel komt te staan.
„Ik wacht op mijn man”, zegt ze, terwijl ze de vliegen bij de zwetende meisjes weg blijft slaan. „Hij is onderweg.”
De overstromingen die zes weken geleden Pakistan troffen breiden zich nog steeds uit, waardoor nog meer mensen op de vlucht worden gejaagd. Zeker 18 miljoen mensen zijn reeds op de een of andere manier getroffen en bijna de helft van hen is dakloos.
Velen zitten samengepakt in primitieve kampen of bivakkeren langs wegen. Artsen waarschuwen dat de echte ramp zich veel langzamer voltrekt dan het vieze water zich verspreidt. Naar schatting van Unicef dreigen het komende halfjaar zo’n 105.000 kinderen onder de 5 jaar te overlijden door acute ondervoeding.
„Het gaat om kinderen die waarschijnlijk al bijna ondervoed waren en voor wie de noodsituatie de doodsteek betekent”, zegt voedingsdeskundige Erin Boyd, die voor Unicef in het zuiden van Pakistan werkt. „Er is gewoon niet voldoende capaciteit om zulke ernstige gevallen van acute ondervoeding te behandelen.”
Alleen al het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties heeft sinds het begin van de crisis meer dan 4 miljoen mensen van voedsel voorzien. De maandelijkse voedselpakketten bevatten onder andere speciale kindervoeding. De ramp is, zowel op geografische als op humanitaire schaal, echter enorm.
Zelfs nu het water zich in veel gebieden reeds heeft teruggetrokken, zijn er nog families die in hun dorpen, die ze hebben geweigerd te verlaten, zijn ingesloten door het water en geen kant op kunnen. Een deel weet een door een helikopter gedropt hulppakket te bemachtigen, maar de hulp bereikt niet iedereen. Bekend is dat leden van religieuze minderheden, zoals christenen en sjiieten, worden genegeerd door sommige radicaalislamitische hulporganisaties.
In het door de overheid gerunde Spoorwegziekenhuis in de zuidelijke plaats Sukkur, diep in het gebied dat de graanschuur van Pakistan vormt, heeft de hulporganisatie Artsen zonder Grenzen (AzG) een afdeling omgetoverd tot voedingscentrum voor de patiënten. Baby’s die nog maar een fractie wegen van wat normaal zou zijn liggen huilend en naar lucht happend op besmeurde lakens. Anderen krimpen stilletjes ineen, alsof ze de kracht zoeken om te huilen. Sommige baby’s hebben ingevallen wangetjes, andere hebben holle ogen of billen die niet meer zijn dan door gerimpeld vel bedekte botten.
Hun moeders zitten naast hen op bed en voeren hen flesjes melk en hapjes Plumpy’nut, een voedzame pasta op basis van pindakaas. Veel van de vrouwen kunnen geen borstvoeding geven omdat ze zelf zwak en ziek zijn. Sommigen zijn alweer zwanger. Ze komen uit een gebied waar het analfabetisme groot is en meisjes vaak al op 12- of 13-jarige leeftijd trouwen, om vervolgens aan de lopende band kinderen te baren. Sterfte, zelfs onder pasgeborenen, wordt hier ingecalculeerd. Ook voor de overstromingen kwam reeds een kwart van de baby’s ondervoed ter wereld.
Cijfers van na de overstromingen ontbreken, maar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie had voor de ramp 30 tot 35 procent van de kinderen in Pakistan een groeiachterstand, een teken van chronische ondervoeding. Kinderen onder de 5 jaar zijn het kwetsbaarst. Hun afweersysteem is nog niet sterk genoeg en als hun voeding veel te weinig vitamines en essentiële voedingsstoffen bevat, zijn ze helemaal weerloos.