Commentaar: Ouderdom als opgave
Oud worden wil iedereen, oud zijn niemand. Mensen willen jong zijn en blijven, al dan niet met behulp van cosmetica en fitness. Het is een compliment te zeggen dat iemand er jeugdig uitziet, maar het wordt als een belediging ervaren te constateren dat een gesprekspartner ouder is geworden. Gold de grijsheid voorheen als een zegen, tegenwoordig is ze een probleem.
Ook maatschappelijk gezien wordt de ouderdom steeds meer als zodanig ervaren. Maakte men zich een halve eeuw gelden zorgen over overbevolking vanwege het stijgend aantal borelingen, vandaag de dag is het de grote vraag hoe de komende jaren de vergrijzing moet worden aangepakt.
Plannenmakers en politici zijn er druk mee. Blijft de oudedagsvoorziening betaalbaar? Zijn er straks voldoende seniorenwoningen en vooral: zijn er voldoende zorgvoorzieningen?
Het gisteren verschenen World Alzheimer Report 2010 voorziet dat in de komende decennia het aantal dementerende Nederlanders zal verdubbelen tot een half miljoen. De kosten van de verzorging van deze patiënten zullen navenant stijgen, van 7,5 tot ongeveer 15 miljard per jaar. Dat zal dus in de toekomst een forse wissel gaan trekken op de rijksbegroting.
Belangrijke vraag is niet in de eerste plaats of dit op termijn op te brengen is, maar veel meer of het werkend deel der natie bereid is een dergelijk bedrag op tafel te leggen. In een samenleving waarin de solidariteit tussen de generaties afneemt en het egoïsme toeneemt, is dat niet vanzelfsprekend.
Essentieel is dat jongeren hun verantwoordelijkheid voelen voor de ouderen in de samenleving die niet meer kunnen doen en laten wat ze zo graag zouden willen. Daar ligt een belangrijke sleutel voor de aanpak van de vergrijzing. Daarbij gaat het niet alleen om het financieren van de zorg aan ouderen, maar vooral om actieve betrokkenheid.
Bij de presentatie van het jaarrapport over dementie heeft de stichting Alzheimer Nederland gezegd dat er meer steun moet komen voor mantelzorgers. Niet alleen zouden zij professionele begeleiding moeten krijgen, maar ook zouden bijvoorbeeld bedrijven hun werknemers meer gelegenheid moeten geven om zorgtaken waar te nemen. Dat laatste zal in de toekomst nog meer nodig zijn dan nu, wil het probleem van de vergrijzing en de toename van dementie beheersbaar blijven.
Nu steeds duidelijker wordt dat de zorg voor ouderen een last dreigt te worden voor de maatschappij, ligt juist daar een kans voor de kerken. Door tegenover het heersende egoïsme en kille efficiencydenken juist liefde en zorg jegens grijsaards te stellen, kunnen zij zich onderscheiden.
Daarbij gaat het er niet primair om eigen tehuizen te stichten, hoe belangrijk dat ook is. Het gaat vooral om praktische, persoonlijke aandacht voor mensen in de gemeente die vanwege hun ouderom langzamerhand in een isolement dreigen te raken. Juist mensen bij wie de gedachten minder worden, kunnen opleven als personen uit hun eigen omgeving en vooral met dezelfde geestelijke achtergrond met hen mee willen gaan in hun tocht naar het verleden.