Belgrado zet onvoldoende middelen in qua menskracht en financiën, aldus de Belg. Ook heeft Servië nog niet alle aanbevelingen uitgevoerd die het van het tribunaal heeft gekregen wat herziening van de opsporingsmethoden betreft. Als er aanwijzingen zijn over de schuilplaats van Mladic, worden die soms niet snel genoeg opgevolgd. De inspanningen van Servië om de genocideverdachte op te sporen zijn dan ook „verre van perfect”, aldus Brammertz. De hoofdaanklager ziet een verschil tussen de openbare uitspraken van politici die zeggen alles te doen, en het opsporingswerk „aan de basis”.

Het tribunaal zoekt Mladic onder meer omdat hij leiding gaf aan de verovering van Srebrenica. Na de val van de Oost-Bosnische moslimenclave op 11 juli 1995 werden ongeveer achtduizend moslimmannen en -jongens gedood. De Nederlandse VN-militairen van Dutchbat konden de volkenmoord niet voorkomen.

Brammertz is deze zomer voor het eerst in Srebrenica geweest en heeft daar een halve dag gesproken met meer dan honderd leden van de vereniging Moeders van Srebrenica. De ontmoeting met de weduwen en andere nabestaanden was voor de Belg het „sterkste moment” van zijn werk sinds hij bijna drie jaar geleden Carla Del Ponte opvolgde. Voor die vrouwen is ‘Srebrenica’ niet „een misdaad die vijftien jaar geleden is gepleegd”, maar staat hij nog steeds in „het centrum van hun leven”. Daarom geeft hij politici die onvoldoende belang hechten aan de opsporing van Mladic, het advies ook eens naar Srebrenica te gaan.

Voor Brammertz is „politieke steun van het grootste belang”. Hij hecht eraan dat de EU haar beleid van ‘conditionaliteit’ voortzet: Verdere toenadering van Servië tot de unie wordt afhankelijk gemaakt van samenwerking met het tribunaal.

Nederland heeft Brammertz hierin altijd gesteund. In andere EU-landen gaan steeds meer stemmen op dat men Servië nu meer tegemoet moet komen als ‘beloning’ omdat het bereid is geweest de tekst af te zwakken van een resolutie over Kosovo die het bij de Algemene Vergadering van de VN heeft ingediend.