Dit zijn de aanbevelingen van extern adviseur Ed van Thijn, die de problemen in het bestuur van de Zuid-Hollandse gemeente heeft onderzocht. Hij kwam woensdag met zijn bevindingen.

Van Thijn kreeg vorige maand opdracht onderzoek te doen naar de bestuurlijke problemen binnen het college, de politieke partijen en het ambtelijk apparaat. De problemen kwamen half maart naar buiten. Burgemeester F. Jonkman meldde zich plotseling ziek en gemeentesecretaris I. Wijers had met onmiddellijke ingang ontslag genomen.

Van Thijn concludeert dat een aantal wethouders elkaar al kort na de vorming van het college niet kon verdragen. Dit werd gevoed door een aantal incidenten binnen het college, een capaciteitsprobleem in het ambtelijk apparaat en een te lang lopend en ambitieus centrumproject. Volgens Van Thijn escaleerde dit tot „zeer heftige bejegeningen onderling.”

Jonkman en Wijers hadden deze problemen volgens Van Thijn kunnen voorkomen. „De gemeentesecretaris was evenwel pas vijf maanden in dienst en zweefde met een onduidelijk profiel. Jonkman had twee maanden eerder aan de noodrem moeten trekken. Hij heeft zich uiteindelijk gemeld bij de commissaris van de Koningin. Maar te laat.”

Toch vindt Van Thijn dat het conflict tussen de gekozen wethouders niet zozeer Jonkman kan worden verweten. De burgemeester, die al voor herbenoeming was voorgedragen, kan daarom volgens de adviseur na de vorming van het nieuwe college gewoon terugkeren.

De gemeenteraad vergadert vanavond.