Opinie

Rechts kabinet kan politieke debat nieuw leven inblazen

Het beoogde rechtse kabinet lijkt niet erg stabiel, maar zou wel alle politieke partijen weer tot duidelijke keuzes dwingen, betoogt dr. Peter van der Heiden.

20 September 2010 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 11:50
Premier Van Agt (l.) en vicepremier Wiegel bij een debat in de Tweede Kamer in 1980. Foto ANP
Premier Van Agt (l.) en vicepremier Wiegel bij een debat in de Tweede Kamer in 1980. Foto ANP

Vorige week passeerde de formatie van wat nog altijd het kabinet-Rutte moet worden de magische grens van honderd dagen. Op 1 juli zou er een nieuw kabinet zijn, beloofde de premier in spe direct na de verkiezingen. Na een gestrande poging over rechts, een mislukte fase van paars plus en een wederom tijdelijk vastgelopen rechts avontuur zitten we ruim drie maanden later nog steeds zonder nieuw kabinet.

De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van maart maakte al duidelijk dat het niet gemakkelijk zou worden om welke coalitie dan ook te sluiten. De verkiezingen van 9 juni bevestigden dat beeld. Vanuit dat licht bezien is het niet onverwacht dat de formatie een lange tijd zou duren. De grilligheid van de formatie is dat echter wel.

Al in het beginstadium, de eerste informatieperiode van Rosenthal, werd duidelijk dat een coalitie van VVD, CDA, en PVV niet tot stand te brengen was. Het CDA weigerde met de PVV te onderhandelen, waarmee een streep door het rechtse kabinet kon. Door de blokkade van de PvdA bij een middenkabinet was het enige alternatief paars plus geworden.

Toen deze poging ook mislukte en Cohen eerst het rechtse avontuur afgeschoten wilde zien, begon de politieke soap pas echt. Eerst trok informateur Lubbers zijn conclusie dat er een rechts kabinet gevormd moest worden weer in. Daarna een CDA-onderhandelaar die zich terugtrok en verklaarde dat zijn partij niet met steun van de PVV kon regeren, een daaropvolgende breuk in de formatie en –na het vertrek van Ab Klink– opeens weer de wens om toch een rechts kabinet tot stand te brengen.

Geschoffeerd

Curieus is dat deze wens pas na de adviezen aan het staatshoofd werd geuit. De koningin moet zich door deze gang van zaken wel hevig geschoffeerd hebben gevoeld, hetgeen ook tot uiting kwam in de benoeming van Tjeenk Willink als informateur. Nota bene een lid van de PvdA moest onderzoeken welke mogelijkheden er nog waren om een kabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV, te formeren.

Nog curieuzer was de opdracht die aan Opstelten werd verstrekt: hij moest in zijn informatieronde rekening houden met de eindconclusies van Tjeenk Willink. Die conclusie luidde dat er gekeken moet worden naar de bereidheid om wisselende meerderheden te zoeken in het parlement; een duidelijke koninklijke waarschuwing aan het toekomstige kabinet om geen al te rigide rechtse koers te varen.

De afronding van de onderhandelingen lijkt nu in zicht, maar het is nog steeds maar zeer de vraag 
of daar ook daadwerkelijk een kabinet uit rolt. De fracties zullen het akkoord wel in meerderheid steunen, maar doet het CDA-
congres dat ook? Hoe groot is de achterban van Klink, Koppejan en Ferrier, en hoe groot de invloed van de ‘mastodonten’? Het beoogde kabinet heeft een dusdanig polariserend karakter dat de uitkomst van dit congres zeer ongewis is.

Nu is polarisatie niet per definitie negatief. Een polariserend kabinet kan revitaliserend werken voor de politiek in het algemeen. Sinds de kabinetten-Lubbers zijn de grote politieke stromingen zo op elkaar gaan lijken dat er nauwelijks meer tussen te kiezen valt – hetgeen ook een verklaring is voor het toenemende aantal zwevende kiezers. Een uitgesproken rechts kabinet dwingt de deelnemende partijen tot duidelijke keuzes –die met name het CDA lang heeft uitgesteld– en tegelijkertijd ook de oppositie om zich daar tegen af te zetten.

Het beoogde kabinet kan daarmee wel eens een belangrijke functie gaan vervullen in het politieke bestel: een herpositionering van de partijen en een duidelijker onderscheid tussen links en rechts.

Bedrijfsongeval

De vraag naar de stabiliteit van de coalitie blijft echter prangend. Van het CDA is ondertussen duidelijk geworden dat daar dissidenten zitten die zich gedurende de rit wel eens in heviger mate tegen de coalitie kunnen gaan verzetten. Binnen de PVV is het rustig, maar indachtig de ”Werdegang” van de LPF is het nog maar de vraag hoe lang dat zo blijft. De politieke ervaring binnen die fractie is uiterst gering, hetgeen de kans op bedrijfsongevallen zeker niet verkleint.

En met een zo krappe meerderheid als deze coalitie kan iedere bananenschil tot het einde van het kabinet leiden. In de Eerste Kamer is het probleem alleen nog maar groter, omdat daar een meerderheid tegen het kabinet is. Met een Senaat die zich steeds politieker opstelt, kan de eerste de beste confrontatie een kabinetscrisis opleveren.

De meest bizarre formatie tot op heden levert aldus een zeer instabiel kabinet op. Op papier althans. Want het vorige kabinet met zo weinig steun in de Kamer, het kabinet-Van Agt/Wiegel, zat de rit gewoon uit…

De auteur is parlementair historicus aan de Radboud Universiteit Nijmegen en freelancejournalist.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer