Muziek

Cor Ardesch (VI)

Cor Ardesch, stadsorganist van Dordrecht en organist van de Grote Kerk, schrijft deze week dagelijks over de orgelactiviteiten van het Bachfestival Dordrecht.

Cor Ardesch
20 September 2010 10:22Gewijzigd op 14 November 2020 11:50
Cor Ardesch. Foto RD, Anton Dommerholt
Cor Ardesch. Foto RD, Anton Dommerholt

VI. Koptelefoon

Gisteren vond de laatste sessie plaats van de masterclass. Ditmaal konden de studenten luisteren naar de wijze woorden van Peter van Dijk. Op de lessenaar stond muziek van Johann Sebastian Bach.

Evenals andere dagen was de kerk geopend voor toeristen. Die konden meeluisteren en deden dat soms ook. Een bijzonder aspect van het Bachorgel is dat het instrument staat opgesteld op de vloer, dus niet zoals dikwijls bij orgels het geval is op een oksaal. Daardoor is de speler goed zichtbaar, evenals de vele handelingen die tijdens het spelen worden verricht. Voor de speler is dit niet altijd even leuk. Ik moest er zelf in het begin erg aan wennen. Je voelt je toch wel bekeken. Dat gevoel is voor de concentratie niet altijd even bevorderlijk. Maar goed, het grote voordeel is toch wel dat de mensen kunnen zien wat er zich allemaal afspeelt. En dat levert veel reacties op! Het geeft duidelijk een dimensie extra aan de vaak statische orgelconcerten. Bij de masterclass mochten de toeristen dus meeluisteren, maar zich er niet in mengen en zoiets blijkt voor sommige toeristen toch wel een hele opgave… De afgelopen week waren bij de masterclasses deelnemers uit onder andere Japan, Tsjechië, Nieuw-Zeeland en af en toe een verdwaalde Nederlander.

’s Middags was voor mij tijd gereserveerd om het concert voor te bereiden. Even voor mezelf de rol van gastheer verwisselen voor de rol van uitvoerend musicus. Die knop moet je duidelijk omzetten in je hoofd, anders blijf je tijdens het spelen maar bezig met organisatorische zaken. Op het programma stonden psalmbewerkingen in een hedendaagse toonzetting. Alhoewel ik het Kamorgel toch redelijk goed ken, heb ik bij de voorbereiding van een concert nog altijd een ‘derde oor’ in de kerk. Ik bedoel hiermee een microfoon. Daaraan zit een kabel naar boven, zodat ik op de orgelbank, gewapend met een koptelefoon, alle registraties kan afluisteren. Bij grote orgels heb je boven vaak geen idee hoe het beneden in de kerk klinkt.

Het concert werd, evenals andere concerten deze week, erg goed bezocht. Avond aan avond honderden mensen op orgelconcerten, da’s toch wel uniek! Maar ook alle andere concerten en voorstellingen elders in de stad trokken erg veel bezoekers.

Het Bachfestival is bijna voorbij. We kunnen terugzien op een bijzondere week. Een week van hard werken. Maar wat is het geweldig dat de Dordtse Dom met daarin de schitterende orgels zo intensief wordt gebruikt. Op een manier die past bij de kerk. Drie jaar geleden werd het Bachorgel in gebruik genomen. Dat was de aanleiding om een festival te organiseren. Kijk, een orgel bouwen is één, maar een orgel exploiteren is nog heel wat anders. Daar kunnen we met grote tevredenheid en dankbaarheid op terugzien. Wel fijn dat het volgende week ietsje rustiger is…

V. Die Bach toch

Sinds afgelopen zondag worden we in de Grote Kerk overspoeld met prachtige muziek uit de barok met als centrale figuur Johann Sebastian Bach. Vandaag waren we getuige van een ware metamorfose. Nu stond niet de muziek van de grote meester op de lessenaar, maar composities uit de negentiende eeuw, geïnspireerd op Bach. Het Bachorgel zweeg vanavond. In een sfeervol verlichte kerk, met een wegtrekkende onweersbui op de achtergrond, speelde Ludger Lohmann uit Stuttgart composities van Schumann, Mendelssohn en Liszt op het Kamorgel.

Opnieuw waren bijzonder veel bezoekers aanwezig om dit mee te maken. Wat een invloed heeft Bach toch gehad, ook op de componisten uit de negentiende eeuw. Een eeuw waarin virtuositeit hoogtij vierde. Ook een eeuw waarin voor het eerst concerten werden georganiseerd. In Bachs tijd speelde men vooral bij gelegenheden. Het concert zoals wij dit nu kennen, bestond toen nog niet. Ook het heffen van een toegangsprijs voor een concert komt typisch uit de negentiende eeuw. Wat dat betreft deden we het vanavond helemaal in stijl.

Die Bach toch! Hoe komt het dat juist een Bachfestival zo ontzettend veel mensen trekt? Ik denk dat de formule waar in Dordrecht voor is gekozen succesvol kan worden genoemd. Het geheel is zeer breed van opzet. Het raakt mensen, maakt mensen enthousiast en belicht uit onverwachte hoek de enorme invloed van deze grootmeester.

Gisteren las ik een artikel waarin werd beschreven dat Bach ook voor andere doeleinden wordt gebruikt. Zo wordt op het station Utrecht Overvecht ’s avonds muziek van Bach door de luidsprekers gejaagd om hangjongeren te verdrijven. Nou ja, ’t is goed dat Bach zoiets niet heeft meegemaakt. Maar dat zijn muziek iets met je doet, staat als een paal boven water. Goede muziek is helend. Dat is wetenschappelijk vastgesteld. Op verschillende plaatsen op aarde is een proef met water gedaan. Schoon water is een nacht lang onderworpen aan heavy metal muziek. De volgende ochtend was het water van samenstelling veranderd! Verontreinigd water is een nacht lang geconfronteerd met een symphonie van Mozart. De volgende ochtend was het water voor een groot deel gezuiverd. Wat ik maar wil zeggen is dat de mens, voor een groot deel bestaand uit water, absoluut te beïnvloeden is door goede muziek.

En precies dat laatste ervaar ik in Dordrecht, deze week. Echt geweldig!

Vanavond was er na het orgelconcert nog een theatervoorstelling ”Tranen van Bach”, helemaal uitverkocht. Daarna heb ik nog wat gestudeerd (tot na middernacht). Morgen wordt tijdens het orgelconcert de lijn doorgetrokken naar de hedendaagse muziek. Bach en religie, een subtitel van het festival, krijgt in dit laatste orgelconcert gestalte. Er klinken psalmen in een hedendaagse toonzetting.

Geen dag zonder Bach. Dat is morgen te lezen op de rug van m’n vest. Gelooft u het niet? Kom dan vooral naar Dordrecht en de Grote Kerk!

IV. Harmonium

Een belangrijk element tijdens het Bachfestival zoals zich dat deze week in Dordrecht afspeelt, is de orgelacademie. De IOD (Internationale Orgelacademie Dordrecht) heeft zich onder andere ten doel gesteld de orgels van de Grote Kerk open te stellen voor studenten. Het orgel is namelijk de beste leermeester. Om dit inhoud te geven zijn tijdens het Bachfestival verschillende masterclasses georganiseerd. Vandaag doceerde Ludger Lohmann uit Stuttgart. Er waren studenten uit Japan, Tsjechië, Hongarije en Nederland.

Centraal stond de muziek uit de Bachtraditie. Composities uit de negentiende eeuw, geïnspireerd op de werken van Bach. Deze masterclass speelde zich af op het onlangs gerestaureerde Kamorgel. Maar ook werd het Bachorgel in het geheel betrokken. Een aantal toehoorders volgde de lessen op afstand.

Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik er zelf alleen aan het begin en aan het eind bij ben geweest. Niet omdat ik me te goed voel of zoiets niet interessant vind. Nee, ik moest studeren voor het concert op vrijdag aanstaande. En aangezien de kerk vandaag bezet was, studeerde ik thuis. Tja, dat heb je regelmatig als je organist bent van zo’n geweldige kerk. Het is een gebouw waarin doordeweeks heel veel gebeurt: rondleidingen, verhuur, zangavonden, repetities enz. Er zijn veel belanghebbenden. Daarom is een goed overleg en het maken van duidelijke afspraken een must. Gelukkig is de Dordtse Dom nog in het bezit van de kerkelijke gemeente. Dan kun je de activiteiten nog enigszins sturen. Bij kerkgebouwen die overgenomen zijn door een stichting ligt dat vaak volstrekt anders. Dan moet alles wijken voor de mammon.

Thuis studeer ik op m’n eigen orgel. Geen pijporgel, maar een harmonium. Een groot tweeklaviers instrument uit Liverpool. Een Rushworth & Dreaper uit 1911. Er kan nog getrapt worden, zoals op de bekende psalmenpomp van vroeger. Er is gelukkig ook een motor, zodat de voeten het pedaal kunnen bespelen. Eigenlijk studeer ik op dit instrument alle werken eerst in. De afwerking vindt plaats op de orgels in de kerk. Vroeger werd praktisch nooit in de kerk gestudeerd, omdat je altijd een orgeltrapper nodig had. Tegenwoordig is dit dankzij de aanwezigheid van elektriciteit veel makkelijker geworden.

Aansluitend aan de masterclass kwam Peter van Dijk studeren. Daarna was de beurt aan het Gesualdo Consort. Er was een klein probleempje. Het was vandaag buiten geweldig nazomerweer. Ook in de kerk was de temperatuur gedurende de dag weer iets gestegen. Zoiets hoor je onmiddellijk aan de tongwerken. Dus vanavond, kort voor aanvang nog maar eens de toeters gestemd. Toen ik daarmee klaar was, zaten veel bezoekers al in de kerk, inclusief enkele mensen van Verschueren Orgelbouw. Kijk, als ik dat geweten had, hadden zij mogen stemmen. Gelukkig stonden de tongwerken er tijdens het concert prima bij. De orgelbouwers kunnen tevreden zijn (en ik ook).

Het concert was wederom zeer goed bezocht. Vandaag zat ik helemaal achterin het Mariakoor. De fraaie kerk, de sfeervolle verlichting, de geweldige muziek en de Silbermannachtige klanken van het Bachorgel gaven mij het gevoel in Saksen op vakantie te zijn. Zo’n instrument is toch werkelijk een aanwinst. Opnieuw besefte ik als organist van de Grote Kerk een bevoorrecht mens te zijn.

III. Fitness

De dag begon vandaag opnieuw met het stemmen van de tongwerken. Is zoiets niet vervelend? Och, een klavecinist stemt ook z’n klavecimbel voordat hij gaat spelen. It’s all in the game.

Nu twijfel ik een beetje of het kijkje in de keuken echt alles moet vermelden. Nou, vooruit dan maar! Een stukje Cor privé. Als organist ben je eigenlijk ongezond bezig. De belasting van de spieren, zeker in de schouderpartij, is enorm. Het is een vorm van statische belasting van het hele speelapparaat. Om dit te compenseren, ga ik al jaren naar fitness. En echt, dit is geen onzin! Elke dinsdagochtend doe ik oefeningen ter compensatie. Iedere organist zou dit moeten doen. Beter nog is het om dit een aantal keren per week te doen. Maar voor mij is dat niet haalbaar.

In mijn tijd werd er op het conservatorium aan zoiets nauwelijks aandacht besteed, maar het zou verplicht moeten worden gesteld. Misschien is dat tegenwoordig ook wel zo, ik weet het niet. Het is in ieder geval echt belangrijk. Je zit uren op een houten plank te balanceren en moet daarbij de meest idiote capriolen uithalen om de juiste toets te bereiken.

Daarnaast bevinden we ons op dit moment in het najaar. Dit betekent dat de kerken weer kouder worden. De Grote Kerk in Dordrecht heeft niet eens een verwarming, gelukkig maar. Ja, u leest het goed, gelukkig! Niet vanwege de spieren hoor, maar vanwege het volstrekt scheefgetrokken idee dat een kerk op kamertemperatuur moet zijn. Zoiets is niet goed voor het interieur, denk aan de gewelfschilderingen, het houtwerk en vooral ook aan de instrumenten. Neemt niet weg dat in moderne gebouwen een verwarming aangenaam is. Maar goed, als die kou er nog bij komt moet je dat ook compenseren en daarvoor is de fitness best geschikt.

Dit wilde ik even kwijt, terug naar vandaag. Een bijzondere dag! Vanavond speelde Gustav Leonhardt op het Bachorgel. Een historische gebeurtenis. Niet alleen vanwege het bijzondere spel. De kerk zat ook nog eens vol! Hoe komt nou zoiets? We organiseren veel concerten, het hele jaar door. Ik wil absoluut niet klagen over belangstelling, maar wat we tijdens het Bachfestival meemaken is extreem. Nogmaals de vraag: hoe komt dat?

Ik ben er van overtuigd dat dit festival, zeer breed van opzet, veel mensen in beweging heeft gebracht. Zo sprak ik enkele bezoekers vanavond: „Eh, ik heb niks met orgel hoor, maar ja, er wordt zo veel over geschreven. Toch maar eens luisteren.” Na het concert sprak ik ze nogmaals: „Geweldig! Wat een mooi instrument en wat wordt er mooi gespeeld. We komen een volgende keer zeker weer luisteren.” Daar ligt mijns inziens absoluut een mogelijkheid om mensen enthousiast te maken voor het orgel.

Mooi hè, een breed opgezet festival! Het trekt mensen over de drempel, die vaak bij orgelconcerten nog zo hoog is. Orgelconcerten een gepasseerd station? Ik hoor dit vaak. Nee, absoluut niet! Maar je moet wel de juiste snaar weten te raken. Hulde aan de organisatoren en aan Leonhardt.

Zo, nu ga ik langzamerhand m’n spieren ontspannen. Niet door naar de fitness te gaan, daarvoor is het te laat, maar om lekker te gaan slapen. Ben benieuwd wat morgen zal brengen.


Een kijkje in de keuken (II)

Zo, ’t is nu maandagavond elf uur. Eindelijk thuis en tijd om een stukje te schrijven. Ik kom namelijk zojuist uit de kerk, na bij Liuwe Tamminga te hebben geregistreerd. Het thema voor zijn concert luidde ”Onderweg naar Bach”. Ook werd medewerking verleend door Camarata Trajectina onder leiding van Louis Peter Grijp. Het geheel vond plaats in het kader van het Bachfestival Dordrecht. Een avond vol indrukwekkende muziek.

De dag begon om zeven uur met stemwerkzaamheden. Om half tien arriveerden de eerste deelnemers voor de masterclass. Deze werd gegeven door Jacques van Oortmerssen. Centraal stond de muziek van Johann Sebastian Bach. Er kwamen interessante onderwerpen aan bod zoals de articulatie in de muziek. Wat heeft een akoestiek van 9 seconden (Dordtse Dom) voor invloed op je orgelspel? De proef werd op de som genomen: er werd een stuk gespeeld, bijna legato en daarna duidelijk gearticuleerd. Het verschil was op zo’n dertig meter van het instrument verbijsterend!

Om half twaalf moesten de studenten verplicht pauzeren in verband met een rouwdienst. Deze dienst speelde ik zelf, als organist van de Grote Kerk. Niet op het Bach-, maar op het Kamorgel. Het is een bijzondere rijkdom om over twee fantastische instrumenten te kunnen beschikken.

Om half twee werd de masterclass vervolgd. Deze bestond vandaag uit een internationaal gezelschap: twee studenten uit Finland, twee uit Japan, één uit Nieuw Zeeland en een aantal Nederlanders. Er waren ook toehoorders, waarvan één uit België. Wat me als organist echt goed deed, was om te ervaren dat het Bachorgel inspireerde bij de lessen. Het instrument is niet gebouwd om alleen door de organist van de kerk bespeeld te worden. Nee, ik zie het als een uitdaging om de instrumenten van de Dordtse Dom breed in te zetten en als inspiratiebron voor velen beschikbaar te stellen. Ik had het gevoel dat dit vandaag lukte.

Om half vier kwam Liuwe Tamminga studeren. Ook weer bijzonder, omdat iedereen een instrument anders bedient. Daar kan ik als vaste organist weer veel van leren.

Wat me na zo’n dag opvalt, is dat een indrukwekkende kerk en even indrukwekkende instrumenten iets doen met een mens, in positieve zin. Wanneer je je openstelt om te ontvangen, valt er veel te beleven. Niet zo lang geleden moest (of mocht) ik een concert geven op één van de mooie orgels die Nederland rijk is. Tijdens een concert geef je heel veel van jezelf. Het is keihard werken. Na het concert kwam een man naar me toe met als enige opmerking dat ik toch wel veel langzamer had gespeeld dan de organist op de cd, die hij thuis had. Dan denk ik: heb je wel geluisterd, heb je wel kunnen genieten?

Ik denk dat juist dit na vandaag (opnieuw) een leermoment is: durf je als speler kwetsbaar op te stellen, maar durf je ook als luisteraar open te stellen voor iets nieuws. We staan in Nederland al snel klaar met een oordeel. Het zou beter zijn om ons dus open te stellen voor… telkens weer opnieuw. Dan is er sprake van een gezonde communicatie. En dan is er nog zoveel te beleven!


Een kijkje in de keuken (I)

Het Bachfestival in Dordrecht is inmiddels in volle gang. Meer dan 120 concerten in tien dagen! Er gebeurt dus van alles. Van Bach Puur tot Bach Anders.

Zo werd gisteren in de Grote Kerk tijdens een vesperviering Bachs grote Orgelmis uitgevoerd. Het is voor het eerst dat hier zo’n omvangrijk werk tijdens een dienst werd uitgevoerd. Na het grote Praeludium in Es volgden er tien catechismuskoralen. Deze konden worden meegezongen door de kerkgangers. Het was een bijzondere ervaring dat de oude melodieën zo goed werden meegezongen – zo’n Kyrië is bijvoorbeeld helemaal niet zo eenvoudig. Afgesloten werd met de Fuga in Es. Het geheel had de lengte van een flinke bondsdienst en de opkomst was ook overeenkomstig: afgeladen vol! In deze vesperdienst stond niet het woord, maar de muziek centraal. Fantastisch dat daar de ruimte voor geboden wordt.

Vanmorgen ging de orgelacademie van start: een masterclass met Jacques van Oortmerssen. Deze startte om half tien, maar daarvoor bruiste het al van activiteiten in de kerk.

Als (stads-)organist en adviseur van de IOD (Internationale Orgelacademie Dordrecht) ben ik intensief betrokken bij de muzikale activiteiten in de Dordtse Dom. Zo begon deze dag om zeven uur met het stemmen van de tongwerken van het Kamorgel en het Bachorgel. Bij elkaar zijn dat zestien tongwerken (zo’n slordige 700 pijpen…) Mijn zoon Dirk Jan drukte hierbij de toetsen in, maar hij moest (uiteraard) om kwart over acht uur op school zijn. Vandaar dat we vroeg moesten beginnen.

Dat vroege tijdstip heeft iets bijzonders. Je komt in een nog helemaal stille kerk en ervaart telkens opnieuw dat je een godshuis betreedt. Zoiets maakt me klein. Wat is het bijzonder om voor een tijdje (want we zijn allemaal voorbijgangers) de sleutels te mogen hebben van zo’n monumentaal gebouw, een kerk waar eeuwenlang is gezongen, waar mensen zijn gedoopt, getrouwd en begraven.

Aangezien we deze week elke dag de tongwerken van de orgels nalopen, maken we daarbij gebruik van een portofoon. Op die wijze kan ik aan m’n zoon doorgeven dat de volgende toets ingedrukt kan worden. Waarom niet gewoon roepen? Nou, de (grote) tongwerken (trompet, trombone en bazuin) produceren meer dan 95 db per stuk. Ik ben bang dat er dan aan het eind van de week niets meer van m’n stem over is.

Vroeger deed men dat anders. De stemmer sloeg met het stemijzer hard op de deur van de orgelkas, zodat de stemhulp kon horen dat de volgende toon aan de beurt was. In het Kamorgel kunnen we dat nog zien, op één van de wanden zitten diepe deuken, van het stemijzer dus!

De kerk is in de eerste plaats een godshuis. Diensten gaan altijd voor. Zo hebben we morgen in Dordt op de eerste dag van de orgelacademie te maken met een rouwdienst. Dit betekent dat de masterclass ‘even’ uit de kerk moet. Gelukkig past dit redelijk binnen de planning, maar deze dingen kunnen dus gebeuren. Iedereen heeft daar begrip voor en zo hoort het ook.

Na de masterclass komt Liuwe Tamminga studeren voor zijn concert van vanavond. Als gastheer zal ik ook hem ontvangen en wegwijs maken op het orgel. Om acht uur begint het concert. Na de aansluitende theatervoorstelling ”Tranen van Bach” gaat de kerk op slot. Daarna kan de kosteres uitrusten, en ik ook.

Morgen begint de dag opnieuw om zeven uur. Mooie tijden. Geweldig dat de kerk ook op deze manier wordt gebruikt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer