Directeuren niet als enigen schuldig aan vuurwerkramp
Het Openbaar Ministerie (OM) probeert in het hoger beroep tegen de directeuren van vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks hun de schuld van de vuurwerkramp in de schoenen te schuiven. Dat betoogden de raadslieden van Rudi Bakker en Willie Pater woensdag voor het gerechtshof in Arnhem.
Het tweetal wordt verdacht van het overtreden van milieuvoorschriften, brand door schuld en illegale handel in vuurwerk. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste vorige week dertig maanden celstraf tegen Bakker, waarvan tien maanden voorwaardelijk. Pater hoorde twee jaar gevangenisstraf tegen zich eisen, waarvan een half jaar voorwaardelijk.
De rechtbank in Almelo veroordeelde de twee vorig jaar tot zes maanden celstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Dat was gelijk aan het voorarrest, waardoor de directeuren op vrije voeten bleven.
De raadslieden J. Plasman en G. Meijers stelden dat zij het betreuren dat het OM in hoger beroep is gegaan. Volgens hen was het oordeel van de rechtbank in Almelo doordacht. De twee werden vrijgesproken van brand en dood door schuld, omdat niemand in Nederland enig benul had van de gevaren van opgeslagen vuurwerk.
Ambtenaren van de gemeente Enschede en een bureau van het ministerie van Defensie hebben hun controlerende en handhavende taken „op een volstrekt onbegrijpelijke wijze uitgevoerd”, aldus het vonnis van de rechtbank. Plasman en Meijers voerden aan dat het hof de directeuren op dit punt opnieuw moet vrijspreken.
Advocaat-generaal A. Welschen zei in zijn requisitoir dat de gemeente Enschede en een overheidsbureau weliswaar onzorgvuldig hebben gehandeld, maar dat heeft naar zijn smaak geen invloed op de eigen verantwoordelijkheid van beide verdachten.
Beide raadslieden spraken ook hun verbazing uit over de manier waarop het OM de beweringen van de twee dissidente rechercheurs afdoet. Deze politiemannen hebben als getuige verklaard dat het onderzoek naar de vuurwerkramp ondeugdelijk is uitgevoerd en dat de rechercheurs met een tunnelvisie werkten. Welschen deed de verklaringen van de twee af als „absurde verzinsels”. Meijers vraagt zich af waarom het OM hen dan niet heeft beschuldigd van meineed.
Als het hof tot de uitspraak komt dat een straf op zijn plaats is, wil Meijers dat het Pater een straf oplegt die gelijk is aan het voorarrest. Een psychologisch rapport heeft uitgewezen dat de verdachte ongeschikt is voor detentie en dienstverlening.
De zaak wordt dinsdag voortgezet met repliek en dupliek. De verdachten mogen vervolgens het laatste woord voeren. Het hof doet op 12 mei uitspraak.