Donner benadrukte vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer dat, ondanks alle aanpassingen, dezelfde eisen blijven gelden voor herverzekerd pensioen als voor fondsen in eigen beheer. Volgens cijfers uit maart hebben ongeveer tweehonderd pensioenfondsen volledig of gedeeltelijk de pensioenaanspraken herverzekerd.

Eind vorig jaar hadden Tweede Kamerleden Pieter Omtzigt en Elly Blanksma van het CDA aan de bel getrokken, omdat door de financiële crisis de herverzekerde pensioenen in de problemen dreigden te komen. Door de crisis daalde het vertrouwen in verzekeraars. De lagere kredietwaardigheid van de financiële instellingen zorgde ook voor een lagere waardering van de pensioenbuffers, terwijl de verzekeraars gewoon aan hun verplichtingen konden voldoen.

Om te voorkomen dat onnodig ingrijpende maatregelen werden genomen om de dekkingsgraad op orde te krijgen bij de herverzekerde pensioenen, heeft Donner de betrokken fondsen dit voorjaar tijdelijk uitstel verleend op hun herstelplan. De periode van uitstel is benut voor onderzoek naar een structurele oplossing.

Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) is bezorgd over de wijze waarop de minister nu de controle op herverzekerd pensioen wil aanpassen. DNB vreest dat fondsen geen rekening hoeven te houden met risico’s bij een dalende kredietwaardigheid van de verzekeraar. Maar volgens Donner wordt aan werknemers en gepensioneerden van herverzekerde fondsen dezelfde zekerheid geboden als aan deelnemers van direct verzekerde regelingen.

De minister stelt ook dat herverzekerd pensioen een meerwaarde heeft ten opzichte van het geheel onderbrengen van pensioen bij een verzekeraar. Herverzekeren verkleint risico’s voor fondsen, terwijl er een pensioenbestuur blijft dat moet voldoen aan deskundigheidseisen en afspraken over communicatie met de deelnemers.