Laat verklaring PKN’ers en HHK’ers opstap zijn naar meer
De verklaring waarin PKN’ ers en HHK’ers schuld belijden (RD 10-9) is verheugend, vindt ds. B. H. Weegink. Laat de verklaring een begin zijn van meer toenadering tussen beide kerkverbanden.
Het is een goede zaak dat kerkelijke leiders weer toenadering zoeken op het pad van de verzoening. Want het is ronduit kwalijk dat broeders van hetzelfde huis na de protestantse breuk als ”feindliche Brüder” gekwalificeerd moeten worden. Zes jaar na de kerkvereniging, die op zijn minst twee nieuwe kerken erbij heeft opgeleverd, is er openlijk sprake van een verklaring en klinkt er een spijt- en schuldbetuiging, vooral over de wijze waarop ieder zijns weegs is gegaan.
Mensen hebben elkaar onheus behandeld, de liefde van Christus is te weinig de dragende grond geweest, en wat erg is: de Heilige Geest werd bedroefd, stelt de verklaring. Prachtige zinsneden worden verwoord: „elkaar ontmoeten” en „eerlijk in de ogen zien”, „naar elkaar luisteren en elkaar leren begrijpen”, „blijvende verbondenheid”, „in geestelijk en theologisch opzicht sterk met elkaar verwant” en de wens om „elkaar tot zegen te zijn.” Wie zou na het wenen nu geen vreugde bedrijven?
Toch kan het niet bij een verklaring alleen blijven. Het kan ook niet worden afgerond met wederzijds respect in het voortgaan op gescheiden wegen.
In de gezamenlijke verklaring van het Hervormd Overleg worden over de kerkjuridische aspecten geen uitspraken gedaan. De verklaring kiest het spoor van het geloof. Haar waarde ligt vooral in de geestelijke consensus en de morele inspanningsverplichting die eruit voortvloeien.
Een toenadering kan nooit bestaan op basis van vrijblijvendheid. Men zal zich moeten laten leiden door het woord van Paulus dat het Koninkrijk van God niet is gelegen in woorden maar in kracht (1 Kor. 4:20). Sterker nog: de Heiland Zelf heeft gezegd dat alleen wie de wil van de Vader doet zal ingaan in het Koninkrijk. Over het aanroepen van de Godsnaam zonder hartelijke bekering was Hij scherp (Matth. 7:21).
De nu gesproken woorden vragen om gehoorzaamheid en daadkracht. Er kan tegenin worden gebracht dat het niet mogelijk is om lichtvaardig over principiële verschillen heen te stappen; het gaat immers over de grondslag van de kerk en die is heilig. We lezen in de Bijbel toch ook dat in Antiochië, de bakermat van de kerk, Paulus zich openlijk tegen Petrus heeft verzet vanwege diens opportunisme en zwabbergedrag (Galaten 2)?
Maar dat geeft ons geen vrijbrief om de principiële tegenstellingen uit te vergroten en zich erachter te verschansen. Mensen maken zo gauw de uitgangen van het hart tot principes van het hoofd. Ze smeden die principes tot wapens waarmee de ander op veilige afstand wordt gehouden. Hoe uitwendig kan het geloofsleven zijn?
De twee apostelen zullen elkaar weer hebben gevonden als wezenlijk verbonden in het ene lichaam van Christus. Petrus stelt in zijn tweede brief de wijsheid van „onze geliefde broeder Paulus” nadrukkelijk voorop. Ze hebben beiden leren knielen voor het kruis. Ze hebben allebei hun hoop gevestigd op Christus, om zich met Hem te laten vernederen en om verhoogd te worden op Gods tijd.
Dat is de geloofsverbondenheid tussen sterken en zwakken, ongeacht of men zichzelf als sterke zou willen beschouwen en de ander als zwakke. Kerkscheidend kan die verbondenheid niet zijn. Het grote probleem van het protestantisme is zijn verdeeldheid. Het is de hoogste tijd om voor het oog van medechristenen en buitenstaanders geloofwaardig over te komen.
De Protestantse Kerk in Nederland en de Hersteld Hervormde Kerk zijn beide de Nederlandse Hervormde Kerk kwijt. Als preses van de centrale kerkenraad in hervormd Katwijk aan Zee was ik getuige van de grote breuk die zich daar voltrok. Naast de centrale gemeente zijn er drie groepen herstelden gekomen. Er is tot op heden nog niets van de kwestie opgelost. Nakaarten heeft nu geen zin meer. Zowel de PKN als de HHK draagt de recente sporen van mensenwerk en notarieel ingrijpen. Beide verlangen naar een kerk die de wording en de wijding van de eeuwigheid kent.
Het is nu zaak om vruchtbaar verder te gaan en het overige te versterken. Dat kunnen we alleen maar samen, met elkaar doen. Of we moeten er een verborgen plezier in koesteren om een eigen kerkgenootschap als instituut in stand te willen houden.
Ik zou het heerlijk vinden wanneer er binnen afzienbare tijd van een nieuw verband sprake kan zijn, een hereniging. Misschien wel met een eigen status voor de HHK in de PKN. Het begin is er in de gedane verklaring, het vervolg mag nu komen.
De auteur is hervormd predikant in Katwijk aan Zee en algemeen secretaris voor de stichting Schrift en Belijden van de Confessionele Vereniging.