„Glucosamine tegen artrose helpt niet”
LONDEN – Miljoenen mensen die wereldwijd de supplementen glucosamine en chondroïtine gebruiken tegen klachten door gewrichtsslijtage hebben hier geen profijt van.
Dat stellen Zwitserse onderzoekers op grond van een analyse van tien geselecteerde studies die eerder verschenen zijn en waaraan in totaal 3800 patiënten deelnamen. Kleine onderzoeken en studies met onvoldoende kwaliteit werden niet betrokken in de analyse. De bevindingen van de Zwitserse onderzoekers zijn vrijdag gepubliceerd in het British Medical Journal.
Zij concluderen dat de glucosamine en chondroïtine, vergeleken met neppillen, „geen klinisch relevant effect” sorteerden als het ging om pijnvermindering of het afnemen van de ruimte in een gewrichtsspleet door toename van kraakbeen. De onderzoekers adviseren verzekeraars dan ook om de supplementen niet meer te vergoeden. Behandelaars zouden de middelen niet meer moeten voorschrijven aan nieuwe patiënten.
Glucosamine en chondroïtine worden afzonderlijk of in combinatie gebruikt om gewrichtspijn in knieën of heupen te bestrijden, als iemand lijdt aan gewrichtsslijtage of artrose.
Artrose is een aandoening aan het kraakbeen in gewrichten. In Nederland lijden naar schatting 650.000 mensen in meer of mindere mate aan de aandoening. Volgens de onderzoekers wordt er wereldwijd jaarlijks voor 2 miljard dollar (1,4 miljard euro) aan glucosamine gebruikt.
Tot dusver gaven huisartsen en specialisten de middelen het voordeel van de twijfel omdat de uitkomsten van onderzoeken tegenstrijdig waren. Patiënten werd om deze reden geadviseerd de middelen drie maanden op proef te gebruiken zodat ze voor zichzelf konden vaststellen of hun klachten verbeterden.
De studie werd uit onafhankelijke bron gefinancierd vanuit een Zwitsers wetenschappelijk onderzoeksprogramma.
www.bmj.com/content/341/bmj.c4675.full