Desondanks stellen de twee kandidaat-premiers zich hard op. „Voor de Zweden-Democraten zijn de immigranten altijd de schuldigen, omdat ze banen inpikken of omdat ze juist geen baan hebben. Voor zo’n partij kan er alleen een kristalheldere boodschap zijn: dat we ze niet zullen aanraken en niet met ze zullen samenwerken”, zei Mona Sahlin, leidster van de linkse oppositie. Ook zittend premier Fredrik Reinfeldt, die de centrumrechtse regeringscoalitie leidt, beloofde de rechtse populisten te zullen mijden.

De partij Zweden-Democraten, opgericht in 1988, komt voort uit de nationalistische beweging Hou Zweden Zweeds. Door de jaren heen is de partij opgeschoven naar het midden en zijn de meest extremistische leden geroyeerd, maar het basisidee is gelijkgebleven. De partij wil onder meer de immigratie beperken en immigranten stimuleren terug te keren naar het land van herkomst.

In de peilingen staan de Zweden-Democraten op 5 à 6 procent van de stemmen, boven de kiesdrempel van 4 procent. Daardoor zou de partij voor het eerst in haar bestaan in het parlement komen.

Momenteel heeft de centrumrechtse regering de beste papieren voor de verkiezingszege. In de meest recente enquêtes bouwen de vier coalitiepartijen, die samenwerken onder de naam Alliantie voor Zweden, hun voorsprong uit. Ze schommelen rond de 50 procent van de stemmen. De Rood-Groenen, een verbond van drie linkse oppositiepartijen, staan op 40 tot 45 procent en hebben daarom een slotoffensief ingezet.