Opvoeden op school
Titel:
”Leren doen en laten: sociaal emotionele vorming in de praktijk”
Auteur: drs. A. de Muynck (eindred.)
Uitgeverij: Groen, Heerenveen, 2002, ISBN 90 5829 251 7
Pagina’s: 173
Prijs: € 12,50. Elk kind dient sociaal-emotioneel gevormd te zijn om in de maatschappij te kunnen functioneren. Bij sociaal-emotionele vorming gaat het bijvoorbeeld over zelfvertrouwen, sociale vaardigheden, wensen en opvattingen van het kind ten aanzien van zichzelf en de ander. Een groot gedeelte van de sociaal-emotionele vorming heeft thuis en op school plaats. Hoe dit in het onderwijs kan plaatsvinden, maakt ”Leren doen en laten: sociaal-emotionele vorming in de praktijk” duidelijk.
Het boek is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk heeft een theoretisch karakter. De theorie staat niet op zichzelf, maar wordt geconcretiseerd aan de hand van cases. Vanuit dit hoofdstuk lopen lijnen door naar de vijf praktische hoofdstukken. Daardoor ontstaat een consistent geheel.
A. Kooyman, auteur van het hoofdstuk over de pedagogische situatie op school, zet de lezer aan tot reflectie: „Vraag jezelf als leerkracht of docent af of alle mogelijkheden van de leerlingen benut worden. Zijn ze tot zelfstandiger leren in staat dan tot nu toe gebeurt?” (blz. 49) Door de concrete aanbevelingen en situatieschetsen wordt de docent gedwongen naar zichzelf te kijken. De aanbevelingen hebben betrekking op herkenbare onderwijsaspecten, zoals didactische vaardigheden, doelen stellen in een leerproces, het geven van waardering, geborgenheid en vertrouwen, omgangsvormen in relatie tot gezag en respect.
Op welke wijze kan een gesprek met een leerling een middel zijn voor sociaal-emotionele vorming? Hoe voer je zo’n gesprek? Welke pastorale kanten kunnen er aan zo’n gesprek zitten? Hoe ga je daarmee om? Het accent in het hoofdstuk over gespreksvoering ligt op de praktijk. De auteurs reiken docenten een gespreksmodel aan dat voor gespreksvoering gebruikt kan worden. Het je eigen maken van dit model vergt waarschijnlijk enige oefening. Hier gaan de auteurs verder niet op in.
Praktijkboek
Dat ”Leren doen en laten” een praktijkboek is, blijkt ook uit de beschrijving van zo’n dertig suggesties voor lessen in sociaal-emotionele vorming. Deze zijn gericht op het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs en onder meer gegroepeerd rond ”relaties”, ”sociale vaardigheden” en ”zelfvertrouwen”.
De auteur geeft een overzicht en een beschrijving van verschillende methoden voor sociaal-emotionele vorming die in het onderwijs gebruikt kunnen worden. Eén training in sociale vaardigheden wordt uitgebreid besproken. Daarmee wordt duidelijk op welke wijze een leerling getraind kan worden. Onduidelijk is waarom de auteur juist deze training bespreekt. In dit hoofdstuk wordt verwezen naar Gordon, Nienhuis en Ringrose. Wie zijn dat? Wordt op dit punt kennis verondersteld die een gemiddelde docent niet in huis heeft?
Opvallend zijn de moeiteloze overgangen tussen de beschrijvingen van de praktijk van het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Dat leest prettig. Daarmee illustreert de auteur tevens de doorlopende lijn van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Een punt dat niet iedereen zich realiseert.
Een tweede element dat opvalt is de wijze waarop de auteur het bijbels perspectief in de hoofdstukken terug laat komen: niet opgelegd of in het befaamde laatste hoofdstuk. Opvoeden is onlosmakelijk verbonden met „de mens in zijn verhouding tot God.” Dit is een voorbeeld van een doorlopende lijn uit het eerste hoofdstuk naar de overige hoofdstukken.
Veeleisend
Een tweede lijn is de „eigensoortige verantwoordelijkheid van de onderwijzende opvoeder” met de daarbijbehorende spanningsvelden. Door weer te geven op welke wijze sociaal-emotionele opvoeding gestalte kan krijgen binnen school, wordt tevens weergegeven hoe veelzijdig, verantwoordelijk, veeleisend en boeiend het beroep van docent op basisschool of voortgezet onderwijs kan zijn.
”Leren doen en laten”: een helder geschreven, praktisch boek met aandacht voor theoretische achtergronden. Een boek dat niet alleen zicht geeft op leerlingen en hun gedrag, maar ook op datgene wat docenten kunnen doen of laten in het kader van sociaal-emotionele opvoeding.