Hulp bij verdriet na een abortus of een miskraam
In het voorwoord van ”Ik zal je blijven dragen” staat: „De VBOK wil laten zien vanuit welke methodische benadering de hulpverlening verloopt.” De VBOK legt in dit boekje verantwoording af van haar manier van werken. Dat is de sterke kant ervan.
In het eerste hoofdstuk wordt het schrijnende verhaal verteld van een vrouw die een abortus heeft laten doen. Het laat vooral zien hoe iemand onbedoeld verstrikt kan raken in een situatie waarin abortus de enige uitweg lijkt te zijn. Om er daarna achter te komen hoe ingrijpend een abortus wel niet is. De VBOK wil ook die vrouwen begeleiden: „Dat volgens de VBOK in haar hulpaanbod begeleiding bij rouw na abortus past, wordt verklaard vanuit de nood die gesignaleerd werd bij vrouwen die problemen kregen na abortus. Deze vrouwen wendden zich tot de VBOK, omdat ze meenden daar gehoor te krijgen voor hun klachten.”
Niet alleen de fasen van rouw na een abortus worden in dit hoofdstuk beschreven, ook de betrokkenheid van een hulpverlener van de VBOK bij dit proces komt aan de orde. Met name wordt in dit boek de manier van werken van de hulpverlening uit de doeken gedaan. Wat opvalt is de grote mate van zorgvuldigheid en professionaliteit die door hulpverleners van de VBOK betracht wordt richting de vrouw en haar omgeving. De hulpverlener gaat een heel proces in met de vrouw, zodat het echt tot een verwerking van de abortus kan komen.
De VBOK biedt echter niet alleen hulp aan vrouwen die verdriet hebben na een abortus provocatus. Ook vrouwen die te maken kregen met een zwangerschap waarbij de baby voor, tijdens of na de geboorte is overleden, kunnen bij de VBOK terecht voor de verwerking van hun verdriet. Het kan opeens zo heel anders gaan dan je had verwacht. Plotseling is er die spanning, die onzekerheid en dan het sterven van je al dan niet geboren kindje. Alles staat in zo’n situatie op z’n kop. Ook deze vorm van verdriet wordt beschreven aan de hand van een indrukwekkende casus.
Het bijzondere van dit boekje is dat uitleg wordt gegeven over de manier waarop de hulpverlening plaatsheeft. De lezer mag als het ware een kijkje nemen achter de schermen van de medewerkers van de VBOK. Ze laten zien hoe ze te werk gaan en leggen hiervan in dit boek verantwoording af.
Wel denk ik dat de hoofdstukken die gaan over de methodische begeleiding hier en daar voor de gemiddelde lezer wat moeilijk zijn. Jammer dat dit begrip niet eerst wordt uitgelegd. Ik vrees dat de lezer deze hoofdstukken nu maar overslaat, en dat is jammer.
In dit boek wisselen cases van verdriet na een abortus provocatus en een miskraam elkaar af, waarna de methodische verantwoording van de begeleiding volgt. Ook de spanningen rond de uitslag van een vruchtwateronderzoek worden niet vergeten.
Het is goed dat de VBOK door middel van dit boekje weer van zich laat horen. Het laat zien dat de VBOK meer doet dan alleen de begeleiding van ongewenst zwangere vrouwen. Het maakt ook duidelijk dat de begeleiding van vrouwen op een deskundige manier gebeurt.
Ik kan dit boek van harte aanbevelen.
voetnoot (u17(”Ik zal je blijven dragen”, door Mirjam den Boer-Neele en Marieke Zomer; uitg. Kok, Kampen, 2002, in samenw. met de VBOK Amersfoort; ISBN: 90 435 0518 8; 116 blz.; € 9,90.