Geschiedenis

Ziekte en dood bij Munch in Kunsthal

Vijf jaar oud is hij als hij zijn moeder verliest; negen jaar later overlijdt z’n dan vijftienjarige zusje Sophie; ook aan tuberculose. Zijn vader raakt er depressief van. Dat weerhoudt Edvard Munch (1863-1944) er niet van om op zeventienjarige leeftijd te kiezen voor kunst. Het zal ’m wereldfaam bezorgen; een glimp daarvan is te zien in de Kunsthal Rotterdam.

16 September 2010 10:41Gewijzigd op 14 November 2020 11:47
”Het zieke kind I” (in roze en rood) 1896, litho, 43 x 57,7 cm, particuliere collectie, Courtesy Ars Longa - Vita Brevis. Foto Kunsthal
”Het zieke kind I” (in roze en rood) 1896, litho, 43 x 57,7 cm, particuliere collectie, Courtesy Ars Longa - Vita Brevis. Foto Kunsthal

Munchs tante, Karen Marie Bjølstad­, ontfermt zich over het moederloze gezin. Bjølstad zet zich in voor de artistieke ontwikkeling van de kinderen; zeker Edvard profiteert daarvan.

De thema’s ziekte en dood lopen later als een rode draad door zijn werk. Als zijn vader depressief wordt, na het overlijden van zus Sophie, verslechtert ook de gezondheidstoestand van de jonge Edvard. Thuis hangt een benauwende sfeer en de economische situatie waarin het gezin leeft, is verre van florissant. In 1880 meldt de dan 17-jarige Munch zich aan bij de Koninklijke Tekenschool in Kristiania, het huidige Oslo.

„Munchs sleutelwerk is ”Het zieke kind”, zegt curator Charlotte van Lingen van de Kunsthal Rotterdam. „Hij heeft er enorm mee geworsteld om de emotie te vangen en die over te kunnen brengen. Munch was voortdurend op zoek naar een manier om de eerste indruk die hij van zijn zieke zusje had, over te brengen.”

De kunstenaar zei er zelf over: „Dit schilderij bewerkte ik een jaar lang steeds opnieuw, kraste het open, liet de verf uitvloeien en probeerde telkens weer de eerste indruk zichtbaar te maken; de doorschijnende, bleke huid op het doek, de bevende mond, de trillende handen.”

Munch maakte, net als hij met al zijn thema’s deed, verschillende tekeningen, schilderijen en etsen van “Het zieke kind”. Twee daarvan zijn op de tentoonstelling in Rotterdam te zien.

Voor het eerst besteedt Nederland uitgebreid aandacht aan Munch. Volgens de Kunsthal een van de meest fascinerende kunstenaars uit de laat negentiende, begin twintigste eeuw. Van Lingen: „Het is bijzonder dat de tentoonstelling bestaat uit werken uit particuliere verzamelingen. Daardoor zien bezoekers werken die in geen enkel museum hangen. Dit geeft een ander en uitgebreider beeld van de kunstenaar die bij het grote publiek bekend is als de maker van ”De schreeuw”.”

Munch krijgt met verschillende tentoonstellingen veel kritiek te verduren. Als zijn expositie in Berlijn eerder dan gepland gesloten wordt, besluit hij zelf dat hij zijn werk verder in andere landen laat rondreizen. „Hij geloofde in zichzelf”, aldus Van Lingen. „Van lieverlee werd hij beter begrepen en een jaar later kreeg hij in Duitsland ook waardering.”

De Noorse kunstenaar werkt zijn hele leven met terugkerende thema’s. „Je kunt je afvragen of Munch eerdere versies keer op keer niet goed genoeg vindt, maar zo zwart-wit ligt het niet. Hij experimenteerde met veel verschillende technieken: hij was een groot graficus, maar schilderde ook veel. In die verschillende technieken deed hij voortdurend onderzoek om die thema’s dichter bij zichzelf en de beschouwer te brengen.”

Die zoektocht zorgt ervoor dat Munch vaak ingedeeld wordt in het symbolisme; een stroming waarin kunstenaars verklaren dat de innerlijke wereld van stemming en emoties het ware onderwerp van kunst is. Toch is Munch door veel meer stromingen beïnvloed. Zo begint hij tijdens zijn opleiding met landschappen die aansluiten bij het naturalisme en later maakt hij in Parijs kennis met het expressionisme en het impressionisme. Ook film en fotografie hebben een belangrijke invloed op zijn werk. Munch wil beweging op het doek visualiseren op de manier zoals hij die ook in een film ziet.

„De typische manier waarop mensen bijvoorbeeld in een hoek gedrukt worden −zoals op ”Straat in Kragerø”− maakt duidelijk hoe Munch zich liet inspireren door fotografie. Hij kocht een fototoestel en experimenteerde met licht en met foto’s over elkaar heen. Het perspectief in een aantal van zijn werken is zoals een camera die schuin boven op een straat of groep is gericht. Munch was ook een groot liefhebber van stomme film.” De beweging, het verhaal en de emotie die woordloos overgebracht moet worden; dat zijn de dingen waarmee Munch worstelt.

In 1908, hij is dan 45, komt Munch in een diepe psychomatische crisis terecht. Hij drinkt te veel, krijgt hallucinaties, vervolgingswaanzin en een beginnende verlamming aan zijn benen. Een zenuwinzinking volgt en op 3 oktober laat hij zich opnemen in een psychiatrische kliniek. Ondertussen blijft hij werken en neemt hij met succes deel aan tentoonstellingen. In 1909 krijgt hij nog een koninklijke onderscheiding: Munch wordt ridder in de Koninklijke Orde van St. Olav.

Als in 1931 zijn tante Karen Marie Bjølstad overlijdt, houdt Munch zich opnieuw intensief bezig met oude thema’s als ziekte en dood. Van Lingen: „De kunstenaar leefde teruggetrokken op zijn eigen landgoed in Ekeley. In april 1940 bezetten de Duitse troepen Noorwegen en begon hij aan zijn laatste zelfportretten die zijn worsteling met de dood laten zien.”

Ingrijpende gebeurtenissen in zijn leven hebben Munch gemaakt tot een van de grondleggers van het modernisme. Als groot avant-gardekunstenaar inspireerde hij vakgenoten als Alberto Giacometti en Willem de Kooning.

Jaloezie, wanhoop, liefde, angst, dood, verdriet en pijn; dat toont de Kunsthal. Want zo menselijk is Munch.

”Edvard Munch” is tot en met 20 februari 2011 te zien in de Kunsthal Rotterdam.www.kunsthal.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer