Onder de aangeklaagden bevindt zich het hoogste nog levende lid van het voormalige regime, de 84-jarige Nuon Chea. Hij staat bekend staat als ‘Broeder Nummer Twee’. Hij was de rechterhand van de inmiddels overleden Rode Khmer-oprichter Pol Pot.

Volgens onderzoekers is er bewijs dat Nuon Chea een belangrijke rol speelde bij de executies die de Rode Khmer op grote schaal onder de bevolking uitvoerden tussen 1975 en 1979. Nuon Chea heeft erkend dat de Rode Khmer veel slachtoffers hebben gemaakt. Hij heeft steeds gezegd dat hij niet genoeg macht had de moorden te stoppen

Chea moet in 2011 terechtstaan, net als de vroegere minister van Buitenlandse Zaken Ieng Sary (’Broeder Nummer Drie’). De 84-jarige Ieng Sary is een in Frankrijk opgeleide communist. Als minister van Buitenlandse Zaken was hij het voor de wereld zichtbare gezicht van Cambodja toen dat land door de Khmer Rouge van de buitenwereld werd afgesloten. Ieng Sary haalde veel hoog opgeleide Cambodjanen die het land waren ontvlucht over om terug te komen. Velen van hen werden vervolgens geëxecuteerd of stierven op de beruchte ‘killing fields’ aan honger of uitputting.

De andere twee kopstukken van de Rode Khmer die vermoedelijk in 2011 moeten terechtstaan, zijn Ieng Thirith en Khieu Samphan. De 78-jarige Ieng Thirith is de echtgenote van Ieng Sary. Zij was de hoogste vrouwelijke leider van de Rode Khmer en minister van Sociale Zaken.

De 79-jarige Khieu Samphan was staatshoofd van het regime van de Rode Khmer. De in Parijs opgeleide Khieu stond in de jaren vijftig van vorige eeuw aan de wieg van het regime van Pol Pot.

De communistische Rode Khmer regeerden Cambodja op keiharde wijze. Volgens schattingen is het bewind verantwoordelijk voor de dood van 1,7 … 2 miljoen inwoners. Na de val van het regime hield de groep rond Pol Pot nog lang stand in de jungle.

De genocide-aanklacht heeft betrekking op moorden onder etnische minderheden in Cambodja, Vietnamezen en islamitisch Cham. Het is onder volkenrechtsdeskundigen al jaren omstreden of ook de moord van de Rode Khmer op etnische Cambodjanen, het leeuwendeel van de slachtoffers, als genocide moet worden aangemerkt omdat daders en slachtoffers tot dezelfde etnische groep behoorden. De term genocide werd na de Tweede Wereldoorlog onderdeel van het internationaal recht om misdaden als de Holocaust, de massale moord op Joden door Duitsers, specifiek strafbaar te stellen.