Weinig voortgang in vredesoverleg
SHARM-AL-SHEIKH – De Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Palestijnse president Mahmud Abbas hebben dinsdag na een nieuwe ronde van het vredesoverleg in de Egyptische badplaats Sharm-al-Sheikh geen noemenswaardige resultaten geboekt over de kernkwestie van Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, en de Amerikaanse gezant voor het Midden-Oosten, George Mitchell, woonden de gesprekken bij.
Volgens Mitchell zijn de belangrijkste kwesties besproken, maar de partijen hadden afgesproken hier geen mededelingen over te doen. Clinton zei maandag dat de „tijd rijp is” voor vrede in het Midden-Oosten. Het meest urgente probleem is echter het aflopen van de bouwstop in de Israëlische nederzettingen. De Palestijnen willen dat de bouwstop wordt verlengd, maar Netanyahu heeft aangegeven dat ten minste een deel van de beperkingen wordt opgeheven. Zowel Clinton als president Barack Obama is van mening dat het moratorium op de bouw moet worden verlengd.
De beperking op de bouw is niet de enige hobbel in het vredesproces, waarvan het uiteindelijke doel de stichting van een Palestijnse staat naast een veilig Israël is. Beide partijen ruziën ook over de volgorde van de agenda, of er eerst moet worden gesproken over veiligheid of over de grenzen.
Hoewel analisten waarschuwen dat er nog behoorlijke obstakels zijn op weg naar vrede, zei Clinton dat een eerste ronde gesprekken in Washington op 2 september een bepaald momentum heeft opgeleverd. Het waren de eerste directe gesprekken tussen de Israëliërs en de Palestijnen in twee jaar.
Hamas, dat in de Gazastrook aan de macht is, wordt uitgesloten van de vredesonderhandelingen. De groepering weigert het bestaan van Israël te erkennen en noemt de onderhandelingen een „schandelijk pad”, waar de Palestijnen niet van zullen profiteren. Hamas dreigde met een golf van geweld om het vredesoverleg te doen ontsporen.
In de Gazastrook raakten dinsdag vier Palestijnen gewond door een Israëlische tankgranaat. Volgens het Israëlische leger openden militairen het vuur toen een groep Palestijnen de grens naderde en een raketgranaat afvuurden.
Een kleine meerderheid van de Israëliërs steunt de hervatting van de bouw van een nederzetting op de bezette Westelijke Jordaanoever, waarvan de bouwstop eind september afloopt. Dat blijkt uit een peiling die het Dahaf Institute dinsdag publiceerde.
Uit de peiling blijkt dat de 501 respondenten overwegend pessimistisch zijn over de vredesbesprekingen in Egypte tussen leiders van Israël en de Palestijnse Autoriteit.
Israëlische militairen die Palestijnen doden in bezette gebieden, hoeven daarvoor praktisch nooit rekenschap voor af te leggen. Ook niet als de omstandigheden uitwijzen dat er zeer waarschijnlijk strafbaar is gehandeld. Hierdoor is een klimaat van straffeloosheid ontstaan, stelde de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem dinsdag.
Het beleid van het Israëlische leger leidt tot schietgrage militairen, geeft blijk van een totale veronachtzaming van mensenlevens en staat toe dat militairen de wet kunnen overtreden, aldus B’Tselem. Volgens de organisatie heeft het Israëlische leger tussen 2006 en 2009 onderzoek geopend naar „slechts” 23 van 148 incidenten waarbij enkele honderden burgerdoden vielen.