Joodse identiteit wordt vager
AMSTERDAM – Veel mensen van Joodse afkomst hebben geen eenduidig antwoord op hun identiteit. Ook neemt de binding van de jongere generatie Joden aan het Jodendom af.
Dat blijkt uit het dinsdagavond in Amsterdam gepresenteerde onderzoek ”De Joden in Nederland anno 2009. Continuïteit en verandering”. De demografische studie werd uitgevoerd in opdracht van Joods Maatschappelijk Werk (JMW).
Hoewel de meeste respondenten zichzelf als Joden beschouwen, is er een grote minderheid voor wie dit niet meer, of op zijn hoogst voorwaardelijk geldt, schrijven de onderzoekers. Van de ondervraagde personen met een partner heeft 44 procent een Joodse partner. De verwachting is dat dit percentage bij de kleinkinderen zal dalen naar een aandeel tussen de 11 en de 18 procent. „De grenzen tussen Joden en niet-Joden zijn dermate vaag geworden dat veel mensen van Joodse afkomst geen eenduidig antwoord hebben op de vraag naar hun identiteit.”
De auteurs vragen zich in de slotbeschouwing dan ook af „of onder deze omstandigheden het Jodendom in Nederland nog lang heeft te gaan. Een subjectief ingevulde sprokkelidentiteit zonder sterke gemeenschapsbindingen is moeilijk op een volgende generatie over te dragen.”
Uit een vergelijking van ouders en hun kinderen blijkt dat „de binding met het Jodendom in al zijn aspecten” afneemt. „Kinderen zijn in vergelijking met hun ouders minder geneigd joodse religieuze gebruiken te volgen, zij zijn minder vaak aangesloten bij een joods kerkgenootschap, zij hebben minder vaak een Joodse partner, hun vriendenkring is minder Joods, zij weten zich minder verbonden met Israël en de Tweede Wereldoorlog appelleert minder aan hun identiteit.”
De auteurs van het rapport verwachten dat de Joodse identiteit op lange termijn zich „in sterk verdunde vorm” zal blijven aftekenen, maar dan vergelijkbaar met „een kleine cultus rond een afkomstgegeven, zoals Ierse, Italiaanse of Poolse Amerikanen (…). Daarnaast zal de joodse orthodoxie zich handhaven als niet meer dan een kleine sekte.”
In 1999 vond een grootschalig onderzoek plaats onder de Joden in Nederland. Toen werd reeds vooruitgegrepen op een vervolg, dat nu verschijnt. Van de in 1999 gevraagde respondenten deden er 431 aan dit nieuwe onderzoek mee. Daaraan zijn 156 kinderen toegevoegd, zodat de totale steekproef onder 665 personen werd afgenomen.