Kerk & religie

Voor SGP nieuwe stijl is geen plaats

Nu er gesproken wordt over eventuele deelname van de kleine christelijke partijen aan een nieuwe regering, herinnert H. J. van Berkum eraan dat de SGP zich vanouds primair gevolmachtigd heeft geweten in de meest unieke zin van het woord ”getuigenispartij” te zijn.

23 April 2003 10:33Gewijzigd op 14 November 2020 00:16

De politieke constellatie in ons land is zodanig dat de kleine christelijke partijen zich opnieuw moeten beraden op de vraag of zij bij de kabinetsformatie van de partij willen zijn. In principe zal die vraag zonder meer met ja moeten worden beantwoord. De kwestie is evenwel of er bij toetreding tot een nieuw te vormen kabinet ook gelegenheid wordt geboden om te komen tot een verantwoorde uitoefening van het regeerambt. Het antwoord zal daarom niet anders kunnen worden gegeven dan in de sfeer van een ”ja, mits”.

Inmiddels is al het een en ander opgemerkt over de voorwaarden die van SGP-zijde moeten worden ingebracht. Zo vroeg politiek redacteur A. de Jong van het RD zich in de rubriek Wandelgangen van 19 april af waar de grens moet liggen bij het onvermijdelijk sluiten van compromissen. Die grens mag niet te ruim worden getrokken tegenover God en het eigen geweten. En het verwijt een mini-CDA te zijn, moet ook te allen tijde gepareerd kunnen worden. Maar die grens mag evenmin zo krap worden getrokken dat een gesprek met de informateurs feitelijk zinloos is, aldus De Jong.

Grenzen
Tijdens een door de SGP-jongeren belegde forumavond stelde dr. R. Bisschop volgens het RD-verslag van 18 april onder meer: „Als je euthanasie weer in het Wetboek van Strafrecht wilt hebben, abortus teruggebracht tot een klein aantal noodgevallen en het homohuwelijk afgeschaft, dan wijzen anderen je meteen de deur.” Stel eventueel voor dat de abortuswetgeving en de euthanasieregelgeving in ieder geval bespreekbaar worden gemaakt. Maar vervolgens vroeg hij zich onmiddellijk af: „Of doe je dan te veel concessies aan je principes?”

In zijn hiervoor genoemde Wandelgangen was De Jong dit station alweer gepasseerd: „Moeten de kleine partijen zich niet beperken tot één item, een terrein waarop zij principieel belangrijke vooruitgang kunnen boeken, terwijl zij tegelijkertijd eisen dat er op andere beleidsterreinen in elk geval geen ethische verslechteringen plaats mogen vinden?”

Het is helaas maar al te waar. Wie Gods Woord in denken en handelen van beslissende betekenis acht, ontkomt er niet aan in onze hedendaagse publieke samenleving steeds vaker als ”persona non grata” te worden aangemerkt. Zoiets is immers ”not done”.

In het verlengde hiervan wordt steeds vaker geconstateerd dat het getij is verlopen, zodat de bakens hoognodig moeten worden verzet. We moeten voorkomen dat we in politiek opzicht onder invloed van een christelijk fundamentalisme opnieuw vastlopen in een merkwaardige fixatie. Door strategisch denken en handelen ontstaan nieuwe perspectieven, met kansen die we niet onbenut mogen laten. Denk niet al te fundamenteel en hanteer principiële uitgangspunten in praktisch opzicht wat minder stringent. Het is in het belang van het land wat meer gematigd te zijn, zich wat toleranter op te stellen en zich wat minder nadrukkelijk te conformeren aan wat God in Zijn Woord strikt genomen eist. Door de staatkundig gereformeerde signatuur niet zo nadrukkelijk voorop te stellen, wordt de SGP breder geaccepteerd en zodoende kan ze veel meer betekenen voor het gehele volk. Het mag misschien wat paradoxaal klinken, maar de theocratische gedachte noopt in praktisch opzicht tot relativering van de bijbelse uitgangspunten.

CDA-koers
Vanouds riep de SGP met name als getuigenispartij overheid en onderdaan op zich te stellen onder het gezag van Gods Woord. Waar mogelijk wilde de SGP daaraan ook in praktisch opzicht politieke uitwerking geven. Inmiddels dient zich binnen de SGP steeds nadrukkelijker een nieuwe stijl aan, met een wezenlijk ander toetsingskader. Niet de vraag of invulling kan worden gegeven aan een beleid overeenkomstig Gods Woord is hier van beslissende betekenis. Wanneer de SGP-inbreng maar wezenlijk bijdraagt aan een meer verantwoord beleid, moet die acceptabel worden geacht, hoe verwerpelijk dat beleid naar de norm van Gods Woord op zichzelf genomen ook is en blijft. Als het CDA, de CU en de SGP zich samen in die stijl kunnen vinden, blijft slechts de prangende vraag hoe lang een gescheiden optrekken als partijformatie te rechtvaardigen valt. Terecht vraagt de parlementair redacteur van het RD hiervoor de aandacht.

In zijn maidenspeech maakte ds. G. H. Kersten indertijd de SGP-visie duidelijk door met instemming de antirevolutionaire staatsman dr. H. Colijn te citeren: „Het parlement is een wereld van het compromis. Geen praktisch staatsman mag dit ooit uit het oog verliezen. Maar op één punt moet men onverbiddelijk zijn. Daar past geen vergelijk. Daar is onaandoenlijkheid uit den boze. Bij wat ingaat tegen het Woord des Heeren.” Die lijn, vanouds binnen de SGP dominant, moet voor het voortbestaan van de SGP van beslissende betekenis worden geacht.

Nieuwe stijl
Toen de zogenaamde Staphorster variant in beeld kwam, diende zich ook een tendens aan om een SGP nieuwe stijl ingang te doen vinden. Anders dan De Jong in zijn eerdergenoemde Wandelgangen te kennen gaf, is ook toen al grondig nagedacht over het dragen van regeringsverantwoordelijkheid. Uiteindelijk leidde dat onder meer tot de formele uitspraak van het hoofdbestuur van de SGP „dat geen compromissen mogen worden gesloten die nadrukkelijk in strijd zijn met Gods Woord, de belijdenisgeschriften der kerk en de daaraan ontleende staatkundig gereformeerde beginselen.” Nogmaals: voor het voortbestaan van de SGP is deze zienswijze van beslissende betekenis.

Over christelijke politiek ten slotte zij nog dit opgemerkt in verband met de betekenis van Christus als de opgestane Levensvorst. Johannes getuigde van Hem dat Hij „de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde.” Van Zichzelf gaf Hij te kennen: „Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou.” Voor Zijn hemelvaart heeft Hij de komst van de Heilige Geest toegezegd, de Geest der waarheid, Die leidt in alle waarheid. Vervolgens riep Hij op om, aldus toegerust, Zijn getuigen te zijn, „zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.”

Martelaarschap
Dr. W. Aalders heeft in zijn boek ”De kerk, het hart van de wereldgeschiedenis” indringend geschreven over dat getuigen. Het is de proclamatie van Christus’ heerschappij in de publieke samenleving, waar nodig confronterend en antithetisch, zodat zich een politiek, maatschappelijk en cultureel rechtsgeding gaat ontwikkelen. In het grondwoord ”marturein” komt ook het aspect van het martelaarschap bij het getuigen tot uitdrukking. Maar Jezus heeft Zijn discipelen ook daarop voorbereid. Hij zal met hen zijn „al de dagen, tot aan de voleinding der wereld.” Hij sterkt ze in Zijn kracht en bemoedigt ze: „Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.” Zo moesten zij heengegaan om te getuigen en al de volken te onderwijzen (…) lerende hen onderhouden álles wat de Overste der koningen der aarde hen geboden had.

Tegen die achtergrond heeft de SGP zich vanouds primair gevolmachtigd geweten in de meest unieke zin van het woord ”getuigenispartij” te zijn. Tegen die achtergrond dient een SGP nieuwe stijl, waarin men meent te kunnen volstaan met minder dan hetgeen de Koning der koningen geboden heeft, iedere plaats te worden ontzegd.

De auteur is directeur van de Calvijnschool in Ederveen .

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer