Ds B. Wallet: „Kerkorde wordt soepeler”
De kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft voor hem geen enkel geheim. Ds. B. Wallet, voorzitter van het generale college voor de kerkorde, is vanaf het begin bij het ontstaan van de Protestantse Kerkorde (PKO) betrokken. Ook bij de herziening van de kerkorde speelt hij een cruciale rol. „Deze revisie, die tot halverwege 2012 zal duren, is uniek en eenmalig. Daarna krijgen we voorlopig alleen aanpassingen, is mijn voorspelling.”
Hij weet nog exact wanneer de eerste vergadering was over de kerkorde die opgesteld zou moeten worden voor een verenigde kerk van hervormden, gereformeerden en lutheranen. „Dat was in februari 1991. Dus ben ik er nu bijna twintig jaar mee bezig.” Ds. Wallet (73) lijdt er heel duidelijk niet onder. „Nee, integendeel, ik doe dit met heel veel plezier. De generale synode zal morgen de ordinanties 1 tot en met 5 in behandeling nemen. Daarna gaan we de ordinanties 6 tot en met 10 herzien en dan hopen we de hele revisie in april 2012 af te ronden. Ik heb besloten dat dat een mooi moment voor me is om met dit werk te stoppen.”
De generale protestantse synode, die morgen in een extra zitting bijeenkomt in Lunteren, buigt zich de hele dag over de voorgestelde wijzigingen in de ordinanties 1 tot en met 5 van de kerkorde. „We hebben bij de aanvaarding van de kerkorde in 2003 gezegd dat we na een aantal jaren de kerkorde zouden moeten evalueren. We hebben het dan heel nadrukkelijk alleen over de ordinanties en de generale regelingen en niet over de Romeinse artikelen”, legt ds. Wallet uit. „In de Romeinse artikelen wordt namelijk het belijden van de kerk geregeld en daaraan veranderen we niets.”
Een van de opvallendste zaken in de door het generale college voorgestelde veranderingen, vindt ds. Wallet het opheffen van de algemene classicale vergadering (acv). „Je kunt die vergaderingen vergelijken met een soort algemene kerkenraad waarin alle wijkgemeenten in een bepaalde plaats vertegenwoordigd zijn. Die acv’s worden nu vervangen door overlegorganen waarin de moderamina van de verschillende classes participeren. Dus is het geen zelfstandige ambtelijke vergadering meer.”
Eerst werd de provinciale kerkvergadering afgeschaft, nu de algemene classicale vergadering. Zijn de classes zelf ook nabij de verdwijning?
Fel: „Absoluut niet. Ik heb me persoonlijk altijd zeer sterk gemaakt voor de classis. Ze is het scharnierpunt in het kerkelijk leven. Ze is ook de eerste plaats waar de verschillende geledingen in de kerk elkaar op ambtelijk niveau ontmoeten. Daar worden de zaken van het grondvlak besproken en daar wordt het grondvlak afgevaardigd naar de synode. Nee, daar moeten we absoluut niet aan tornen.”
Doordat de 75 protestantse classes in de voorstellen van het college voor de kerkorde in plaats van twee in de toekomst nog maar één lid mogen afvaardigen naar de synode wordt de synode gehalveerd. Komt de vertegenwoordiging van de verschillende modaliteiten op de synode daardoor niet in gevaar?
„Het was hard nodig om de omvang van de synode terug te brengen. Dat hebben we destijds, toen we de kerkorde opstelden, ook tegen elkaar gezegd. Praten met meer dan 150 mensen is eigenlijk geen doen. Wat betreft de afvaardiging van het grondvlak naar de synode, moeten we een aantal zaken heel duidelijk hebben. In de eerste plaats is de synode geen parlement. Het is een ambtelijke vergadering. In de tweede plaats zullen de modaliteiten altijd aan het woord komen op de synode omdat er een groot verschil is en blijft tussen de classes onderling.”
De termijn dat kerkenraadsleden maximaal mogen dienen, is verhoogd van acht naar twaalf jaar. Waarom is deze termijn destijds in 2004 niet vastgesteld?
„We zaten bij het opstellen van de PKO met het feit dat in de gereformeerde kerken de termijn vier jaar was en in de Hervormde Kerk twaalf jaar. Dat moest bij elkaar gebracht worden. We hebben toen gekozen voor een maximum van acht jaar. Vooral de laatste tijd zijn er echter tal van signalen van het grondvlak van de kerk dat de vacatures in de kerkenraad niet meer te vervullen zijn. Die signalen moeten we serieus nemen en daarom hebben we de termijn nu gesteld op twaalf jaar. Verder is er de mogelijkheid ingebouwd dat na een eerste termijn van vier jaren de ambtsdragers herbenoemd of herkozen worden voor een termijn van twee, drie of vier jaar. Er zijn namelijk mensen die zich niet weer voor een volle periode van vier jaar willen binden. Daar wordt nu aan tegemoetgekomen.”
Een ambtsdrager houdt toch altijd de mogelijkheid om tussentijds af te treden?
„Zeker. Maar we willen met de nieuwe tekst in de kerkorde duidelijk maken dat die eerste termijn van vier jaar er niet zomaar staat. Je hebt als ambtsdrager tijd nodig om je in te werken. Een eerste periode van vier jaar is de regel.”
De commissie die de kerkorde heeft geëvalueerd deed ook de aanbeveling om het mogelijk te maken oud-ambtsdragers af te vaardigen naar de meerdere vergaderingen. Waarom hebt u dat advies niet overgenomen?
„Hier raken we een zeer wezenlijk punt in onze presbyteriaal-synodale kerkstructuur. Als we dit advies hadden overgenomen, zou het een stap terug zijn geweest naar de bestuurderskerk die we met de Hervormde Kerkorde van 1951 juist achter ons hebben gelaten. De kerk wordt namelijk niet geregeerd door besturen, maar door de ambtelijke vergaderingen. Christus regeert de kerk door de ambten. Dat is ongelooflijk wezenlijk omdat het gaat om de theologie die erachter ligt. Als nu een niet-ambtsdrager afgevaardigd kan worden naar een ambtelijke vergadering, verandert het karakter van die ambtelijke vergadering. Dan wordt de synode toch een soort parlement en dat willen we niet. Dus blijft de afvaardiging naar de meerdere kerkelijke vergaderingen ook in de toekomst gebonden aan ambtsdragers.”
Dat zou kunnen betekenen dat er steeds meer lege plekken vallen op classes en synodes omdat kerkenraden de menskracht niet meer hebben om afgevaardigden aan te wijzen.
„Wij zijn zeker niet blind voor de problemen op dat gebied. Maar welke hengel je ook uitvindt, er blijft weinig vis die bijten wil. Daarbij is het probleem gemakkelijk op te lossen. Stel, er is een oud-ambtsdrager die afgevaardigd wil worden naar de synode. Dan kan de kerkenraad die betreffende persoon in het ambt bevestigen met een bijzondere opdracht. Zó hoort het, dat is de reformatorische weg.”
Stel dat de generale synode morgen toch anders besluit?
Nadenkend: „Dat mag ik niet hopen. En ik geloof het ook niet. We zullen in ieder geval uitleggen waarom we tot deze keus gekomen zijn.”
Het kan niet ontkend worden dat de aanpassingen in de kerkorde alles te maken hebben met de krimp in de kerk. De bemensing van organen en vergaderingen is bijna niet meer rond te krijgen.
„Toch hebben we ons daar, ik kan dat eerlijk zeggen, niet in de eerste plaats door laten leiden bij deze herziening. Natuurlijk is de afkalving van de kerk iets waar we ons grote zorgen om maken. Je vraagt je soms angstig af hoe de kerk verder komt en hoe het Evangelie voortgang vindt in deze tijd en in de toekomst. Toch geloven we dat de Heer Zelf zorgt voor die voortgang. Als dat niet zo was, bestond de kerk al lang niet meer. Het gaat ons er nu vooral om dat de kerkorde in de praktijk van het kekelijk leven soepeler wordt.”
Krijgen we over vijf jaar weer zo’n grondige herziening?
„Nee, dat denk ik niet. In de toekomst zullen er gewoon bepaalde onderdelen in de kerkorde aangepast worden. Dit is echt een bijzonder en eenmalig gebeuren.”
Wijzigingen
De belangrijkste voorgestelde wijzigingen in de Protestantse Kerkorde (PKO) betreffen de verkleining van de generale synode (van 158 naar 84 leden), de afschaffing van de algemene classicale vergaderingen (acv’s) en de termijnen die ambtsdragers mogen dienen. De 75 classes mogen straks nog maar één ambtsdrager afvaardigen naar de synode. De acv wordt afgeschaft en daarvoor in de plaats komt een overlegorgaan. Ambtsdragers mogen straks maximaal twaalf jaar, verdeeld in drie perioden, in de kerkenraad blijven.