Gedeputeerde Onno Hoes (Ecologie) heeft dat dinsdag laten weten. Volgens hem is de kwaliteit van het Brabantse drinkwater in het geding. „Het gaat om de gezondheid van alle Brabanders”, zei hij.

Eerder kwamen politieke partijen in de Brabantse Staten en in de Tweede Kamer plus het Brabantse drinkwaterbedrijf Brabant Water in het geweer tegen de Belgische plannen.

De minister reageerde dinsdag op vragen uit de Tweede Kamer en schreef dat er namens de rijksoverheid niet officieel is gereageerd op de plannen die in juni aan Nederland zijn gemeld. Volgens Huizinga zijn er nog geen concrete beslissingen genomen. Er is nog geen locatie aangewezen en er is nog geen inschatting van de radiologische effecten.

Als de Belgische regering al kiest voor ondergrondse opslag, dan laat een locatiekeuze nog tot 2020 op zich wachten en is de eigenlijke berging niet eerder dan 2035 voorzien.

De minister schrijft dat er wel op ambtelijk niveau intensief contact is met de Belgen over de verder gang van zaken. Als België een concreet besluit neemt zal de Nederlandse overheid bezwaar maken als dat nodig is.

De provincie Brabant was tot voor kort niet op de hoogte van de Belgische plannen, vertelde Hoes dinsdag desgevraagd. Er is als de ‘wiedeweerga’ een bezwaar aangekondigd. Hoes meent dat de minister te apathisch reageert. „Als Nederland nu niet officieel van zich laat horen zijn we straks geen serieuze gesprekspartner.”