Dat heeft de Haagse wethouder Sander Dekker (Financiën) dinsdag gemeld bij de presentatie van zijn begroting voor de komende vier jaar. „Kom maar op met dat werk, dat kunnen gemeenten beter en goedkoper”, stelt hij. „Op lokaal niveau kunnen we veel meer doen met minder geld.”

Het initiatief van de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht) komt in grote lijnen overeen met een eerder voorstel dat de Verenigingen van Nederlandse Gemeenten (VNG) deed. Een woordvoerder liet dinsdag weten blij te zijn dat de vier dit alsnog onder de aandacht van Opstelten brengen.

Dekker stelt dat extra bezuinigingen van het rijk voor de gemeenten, boven op de al verwachte kortingen, ten koste zullen gaan van de basistaken van de gemeente. „Dan weet ik niet hoe we het onderhoud aan straten op parken op peil kunnen houden en hoe we het onderwijs nog kunnen blijven ontzien”, waarschuwt de wethouder.

Den Haag gaat de komende vier jaar 152 miljoen euro bezuinigen. Er wordt onder meer gesneden in de gemeentelijke organisatie en subsidies. Bij het ambtelijke apparaat verdwijnen de komende jaren honderden banen.

Meer geld gaat in de hofstad onder meer naar de beleidsterreinen onderwijs, economie, werk, armoedebeleid en veiligheid. De gemeente trekt hiervoor 50 miljoen euro per jaar extra uit en eenmalig nog eens een bedrag van 165 miljoen euro.

De terugval in inkomsten in Den Haag is vooral een gevolg van een korting op de rijksbijdragen die gemeenten krijgen uit het gemeentefonds. Dekker staat overigens wel achter deze bezuiniging, die naar verwachting 1,8 miljard euro bedraagt. „In de jaren dat de rijksbegroting groeide, hebben de gemeenten daarvan meegeprofiteerd”, stelt hij. „Nu er bezuinigd moet worden, moeten de gemeenten dus ook hun deel nemen.”