Daarmee blijft het land een nieuwe wisseling van de macht gespaard, terwijl de 63-jarige Kan nog maar drie maanden aan het roer van de regering staat. Als hij de strijd om het partijvoorzitterschap had verloren, was Ozawa premier geworden. Die zou dan de zesde regeringsleider in vier jaar tijd zijn geworden.

Vooraf was een nek-aan-nekrace voorspeld, maar de overwinning van Kan was overtuigender dan verwacht. Iets meer dan de helft van de DPJ-parlementariërs stelde zich achter hem, maar een ruime meerderheid van de partijleden steunde zoals verwacht Kan.

Kan wil de uitgaven beperken en het begrotingstekort terugbrengen. Ook overweegt hij de belastingen te verhogen om de groeiende lasten van de vergrijzing te kunnen blijven betalen. Zijn uitdager Ozawa had juist aangegeven meer geld te willen uitgeven om de kwakkelende economie van het land te helpen. Japan heeft bijna de grootste overheidsschuld ter wereld.

De DPJ was vorig jaar aan de macht gekomen, na een historische verkiezingszege op de conservatieve Liberaal-Democratische Partij (LDP). Die partij en haar voorgangers waren sinds de Tweede Wereldoorlog bijna onafgebroken aan de macht geweest.

De DPJ beloofde diepgaande hervormingen, maar door interne verdeeldheid is daarvan weinig terechtgekomen. In juli leed de partij bij de verkiezingen voor het Hogerhuis, de Japanse Eerste Kamer, een zware nederlaag. Kan is daardoor gedwongen om met de oppositie te overleggen om wetgeving door het parlement te krijgen.