„Verbeter bescherming ontheemden Congo”
AMSTERDAM (ANP) – De regering van de Democratische Republiek Congo en de VN-vredesmissie in dat Afrikaanse land moeten meer doen ter bescherming van de meer dan 1,8 miljoen mensen die door het geweld in het oostelijk deel van Congo hun huis hebben moeten verlaten. De VN-vluchtelingenorganisatie Unhcr en internationale donoren moeten voorkomen dat hulpprogramma’s worden gebruikt om hen te dwingen naar huis terug te gaan.
Dat stelt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een rapport, dat dinsdag is verschenen. Daarin wordt het geweld beschreven dat alle strijdende partijen toepassen tegen de mensen die in oostelijk Congo op de vlucht zijn. Het rapport is gebaseerd op gesprekken met 146 gevluchte mensen in Oost-Congo, overheidsmedewerkers, hulpverleners en journalisten. De groep van meer dan 1,8 miljoen ontheemden is de op drie na grootste groep ontheemden in de wereld.
Het rapport beschrijft hoe honderdduizenden mensen in Noord- en Zuid-Kivu, de meest instabiele provincies in oostelijk Congo, zich vaak meerdere malen en jarenlang gedwongen hebben gezien te vluchten. Gewapende groepen en het leger verdreven burgers uit hun huis en van hun grond, plunderden hun bezittingen en straften hen voor vermeende samenwerking met vijandige groepen. Van de meer dan 1,8 miljoen ontheemden komen er 1,4 miljoen uit Noord- en Zuid-Kivu.
Hoewel de VN schatten dat ongeveer één miljoen ontheemden in 2009 naar huis zijn teruggekeerd, werden meer dan 1,2 miljoen mensen gedwongen hun huis te verlaten tijdens drie opeenvolgende militaire operaties, die begonnen in januari 2009. In de eerste drie maanden van 2010 hebben volgens Human Rights Watch meer dan 115.000 mensen hun huis verlaten als gevolg van voortdurende militaire operaties en de gevaarlijke situaties in de twee Kivuprovincies.