Onderzoekers oneens in zaak-Van Hout
HAARLEM (ANP) – Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is het niet eens met de onderzoeksmethoden en conclusies van ‘beeldonderzoeker’ Bas van den Heuvel, die camerabeelden van de moordaanslag op Heinekenontvoerder Cor van Hout in 1996 heeft onderzocht. Volgens Van den Heuvel is niet uitgesloten dat op die beelden de Serviër Milorad P. is te zien.
P. staat momenteel bij de rechtbank in Haarlem terecht op verdenking van het plegen van die aanslag. Cor van Hout werd op 27 maart beschoten, terwijl hij met vrouw en kind in de auto zat, voor zijn huis in de Deurloostraat in Amsterdam. Van Hout werd door meerdere kogels geraakt, maar overleefde het geweld. In 2003 werd hij alsnog geliquideerd.
Volgens het NFI zijn de conclusies van Van den Heuvel te sterk. Een beeldspecialist van het instituut zei maandag als getuige-deskundige voor de rechtbank dat hij voorzichtiger of zelfs helemaal geen conclusies zou hebben getrokken op basis van het onderzochte beeldmateriaal. De beelden zijn destijds gemaakt door een statische observatiecamera. De vermoedelijke schutter is kort voor de aanslag en ten tijde ervan op de video vastgelegd. Volgens het NFI is Van den Heuvel tijdens zijn onderzoek op zoek gegaan naar een bevestiging van de stelling dat P. de schutter is geweest.
Vorige maand is de Servische topcrimineel Sreten Jocic in Belgrado door een Haarlemse rechter-commissaris als getuige gehoord, in het bijzijn van landelijk officier van justitie Saskia de Vries en P.’s raadsman Jan Boone. Jocic, die in Amsterdam jarenlang het gezicht is geweest van de zogeheten Joegomaffia en momenteel in eigen land een gevangenisstraf uitzit, heeft slechts summier willen verklaren. Hij heeft tijdens het verhoor gezegd dat hij niet weet wie er destijds op Cor van Hout heeft geschoten.
Dinsdag wordt het proces tegen Milorad P. voortgezet. Het Openbaar Ministerie zal dan zijn bewijsconstructie uiteenzetten en, indien het bewezen acht dat P. de schutter is geweest, zijn strafeis formuleren.