Breng rust en structuur terug in het klaslokaal
Er is behoefte aan een nieuwe onderwijsvernieuwing, die aansluit bij wat het kind van vandaag nodig heeft: duidelijkheid, structuur, regels en rust, vindt drs. S. de Graaf-Bakker.
”Wij gaan weer naar school”, zo luidde rond deze tijd de leus een aantal jaren boven de wegen nabij veel scholen in Nederland. Het schooljaar is ook nu weer begonnen en de meeste kinderen zijn alweer gewend aan de regelmaat van het schoolleven. Ook de leerkrachten zijn weer aan het werk getogen. Stapels nakijkwerk liggen weer te wachten en dan zijn er natuurlijk ook de vergaderingen en niet te vergeten de studiedagen, waarop de leerkrachten zich bezinnen op hun wijze van lesgeven.
Veelal staan deze studiedagen in het teken van onderwijsvernieuwing, projectonderwijs, ict in de klas en wat dies meer zij. Niet elke studiedag blijft je bij, maar ik vergeet nooit de cursus waarbij de lector ons als docenten meedeelde: „Een klas waar het rustig en stil is, waar je een speld kan horen vallen heeft een docent die het niet goed aanpakt.” Het idee was dat in zo’n klas de leerlingen niet gehoord werden en er dus niet werd aangesloten op hun belevingswereld. ”Leergedruis” moest er komen.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar altijd als ik tegenwoordig een school binnenloop, en dat gebeurt zeer regelmatig, ben ik weer onder de indruk van het ”leergedruis”. Afgaande op de ideeën van de genoemde cursusleider is het met het huidige onderwijs zeer goed gesteld.
Het idee dat het onderwijs er niet op gericht moet zijn kinderen zo lang mogelijk stil in hun banken te laten zitten, maar dat het veel meer moet aansluiten bij de ontwikkeling en leefwereld van het kind werd voor het eerst beschreven ten tijde van de verlichting, maar werd pas echt uitgewerkt en ontwikkeld in de 19e eeuw. In die tijd waren de klassen enorm groot en was leren vaak niet meer dan het opdreunen van rijtjes. Onderwijsvernieuwing was dus een noodzaak.
Gelukkig is er inmiddels een hoop veranderd. In de klas hoeven de kinderen niet de hele tijd stil te zitten en ook het de hele dag gezamenlijk opdreunen van lesjes is afgeschaft. De leerlingen hebben geleerd hun mening te geven en werken veel met elkaar samen. Ook probeert men veel meer aan te sluiten bij de huidige leefwereld van het kind.
Aan die leefwereld is ook zo het een en ander veranderd. Lagen in de negentiende eeuw voor elk kind de structuren vast en waren de regels zeker, in de 21e eeuw is alles open, van internet tot de samenleving. Structuren zijn weggevallen en kinderen worden door moderne media geconfronteerd met problemen waar zij vroeger van werden afgeschermd. Door het wegvallen van de zuilen is de opvoeding veel meer iets van het gezin alleen geworden. Daarbij worden ook kinderen beïnvloed door de constante stroom van informatie die onze samenleving overvalt. Het leven is onrustig geworden. Kinderen kunnen zich, net als veel volwassenen, minder goed concentreren door de constante vraag om hun aandacht.
Het huidige onderwijs is veel bezig met vernieuwing die in de kern niet anders is dan het gedachtegoed uit de 19e en begin 20e eeuw, met waarden zoals ontplooiing, meningsvorming, samenwerking, aansluiten bij de leefwereld van het kind en het aansluiten op en het ontwikkelen van competenties. De kern hiervan vinden we al terug bij pedagogen als Fröbel en Montessori en is dus in feite niet zo vernieuwend als het klinkt.
De huidige leerling heeft heel andere problemen dan die uit de negentiende en twintigste eeuw. Wanneer je goed om je heen kijkt in de scholen en gezinnen, zie je dat onze kinderen een enorme behoefte hebben aan structuur en sturing. Deze structuur is het die nu veelal ontbreekt of voor kinderen heel onduidelijk is. Hierdoor raken kinderen overprikkeld, ongeconcentreerd en verward. Het onderwijs zou zich veel meer moeten richten op het aanbieden van structuur, regelmaat en duidelijkheid. Niet voor niets is voor veel ouders de trits rust, reinheid en regelmaat weer helemaal terug als een handige kapstok om het dagelijks leven mee vorm te geven. De roep om de invoering van het schooluniform in het reformatorisch onderwijs past ook in deze trend.
Wanneer het huidige onderwijssysteem blijft steken in het implementeren van ideeën uit de 19e en de 20e eeuw, mist het de boot. Naast deze waarden, die al overal in het onderwijs zijn terug te vinden, is er behoefte aan een nieuwe onderwijsvernieuwing, die aansluit bij wat het kind van vandaag nodig heeft: duidelijkheid, structuur, regels en rust en waarden als matigheid en zelfbeheersing, ook in mediagebruik. Een onderwijsvernieuwing die het kind niet alleen vragen stelt, maar het ook en veel meer durft aan te sturen en in te perken.
Het lijkt mij een verademing wanneer het in scholen weer eens wat vaker stil is, een klaslokaal waar het leergedruis zo nu en dan wordt uitgebannen zou voor veel overprikkelde leerlingen en docenten een verademing zijn.
De auteur was werkzaam in het onderwijs en schreef voor haar studie geschiedenis een scriptie over de geschiedenis van het kleuteronderwijs.