Binnenland

De halalborrel voorbij

Het Suikerfeest barstte vrijdag los. Steeds vaker kunnen niet-moslims die belangstelling hebben voor islamitische feesten, een graantje meepikken via allerlei publieke bijeenkomsten. Maar krijgen ze daarbij wel een goed beeld?

Jacob Hoekman
11 September 2010 09:00Gewijzigd op 14 November 2020 11:45
De Marokkaanse familie Fattah in Zaandijk viert met vrienden het Suikerfeest. Vooral zoete lekkernijen worden geserveerd. Foto ANP
De Marokkaanse familie Fattah in Zaandijk viert met vrienden het Suikerfeest. Vooral zoete lekkernijen worden geserveerd. Foto ANP

„Assalamoe alaikoem. Beste broeders en zusters, hierbij willen wij u meedelen dat bevestigd is, door onder andere Saudi-Arabië, dat Id ul-Fitr dit jaar op vrijdag 10 september 2010 valt.”

Met die mededeling maakte de orthodox-islamitische as-Soennahmoskee in Den Haag de achterliggende dagen wereldkundig dat de ramadan voorbij is en het Suikerfeest begint. Want als Saudi-Arabië het zegt, dan gaan de meeste moslims daarin mee. Dat geldt in elk geval voor de bezoekers van de as-Soennahmoskee. Maar ook de meeste andere moslims in Nederland conformeren zich aan de uitspraken van islamitische geleerden in het buitenland. Als die geleerden de nieuwe maan hebben gezien, is het duidelijk: er mag weer gegeten, gedronken en gevreeën worden.

Voor de meeste groepen begon het feest gisteren natuurlijk met een bezoek aan de moskee en –onontkoombaar na een maand de broekriem aantrekken– veel eten. Mét veel suikerrijke gerechten, inderdaad.

Relletjes

Maar hoe gaat dat nu precies, zo’n viering? Voor wie dat als buitenstaander wil, is van al de islamitische feesten wel wat mee te maken – bijvoorbeeld door een van de vele openbare iftars bij te wonen of door aanwezig te zijn bij het vieren van Suiker- en Offerfeest in een moskee.

Politici laten zich met grote regelmaat zien op zulke bijeenkomsten. Zo was de Amsterdamse burgemeester Van der Laan donderdagavond op de Dam in Amsterdam, waar de afsluiting van de ramadan feestelijk werd gevierd. En premier Balkenende offerde een paar jaar geleden zelfs zijn zondag op om in de moskee de viering van het Suikerfeest bij te wonen. In hun kielzog volgen veel andere Nederlanders, die al dan niet afkomen op de speciaal georganiseerde muzikale omlijsting en bijbehorende toespraken. Het gevolg: de islamitische feesten gaan steeds meer op festivals lijken.

Naast al die publieke iftars en andere vieringen met veel muziek en vrolijkheid is er een tweede element dat onlosmakelijk verbonden lijkt te zijn met islamitische feesten: relletjes ontketenen. Want ieder jaar opnieuw is het raak. Islamitische jongeren schoppen tijdens het Suikerfeest herrie op straat en in bioscopen. Voor Amsterdam en Rotterdam, door schade en schande wijs geworden, is het reden om dit weekend extra agenten in te zetten. Bovendien moet een hele horde buurtvaders en andere wijze moslims de jochies –hun gemiddelde leeftijd is doorgaans niet hoger dan zestien jaar– het rechte pad wijzen.

Dadels

En zo wordt het gangbare beeld bevestigd. De ramadan is een uitputtingsslag waarvoor de volhardende gelovige zijn beloning krijgt in een feest dat van eten en drinken aan elkaar hangt. En voor jongeren die daar niet genoeg aan hebben, ook van relschoppen.

Toch is het de vraag of deze twee elementen –schransen en rellen– representatief zijn voor het karakter van ramadan en Suikerfeest. Zo doorstaan veel moslims de ramadan opmerkelijk makkelijk, zelfs zonder erg veel honger. Dat blijkt steeds weer tijdens iftars, de maaltijden na zonsondergang die het vasten verbreken.

Zo ook in Rotterdam, eerder deze week tijdens een van de laatste vastendagen bij een groep Turkse moslims. De dadels liggen al klaar; bij ieder bord één. De zoete vrucht is in staat om snel nieuwe energie af te geven, en dat is precies de bedoeling. Als je een hele dag hebt gevast, kun je je best een beetje uitgemergeld voelen.

Toch is dat niet te merken. Alper Alasag, directeur van stichting Islam & Dialoog, gaat een geanimeerd gesprek aan met zijn gasten. Eten is daaraan ondergeschikt.

Als eindelijk de bevestiging gegeven wordt dat de zon onder is –het is bewolkt, dus met het blote oog is die garantie niet te geven– pakken de aanwezigen beheerst hun dadel. En ook bij de gerechten die nadien volgen, tot aan de mierzoete baklava, gaat het er rustig aan toe. Velen eten niet eens hun bord leeg.

„Het gaat op een gegeven moment vanzelf”, zegt Volkan Akdag, een jonge Turk die de hele dag nog geen hap op heeft. „Dat komt door de spirituele lading die de ramadan heeft. Je weet waar je het voor doet. En natuurlijk ook door het feit dat je het met z’n allen doet.”

Maar niet iedereen gaat even strikt om met de ramadanregels, leert een kleine steekproef. Nogal wat moslims vallen in de ramadan niet af, maar komen juist aan. Maagklachten, suikerziekte, ongesteld zijn: het kunnen allemaal redenen zijn om de ramadan vooral de ramadan te laten en alleen mee te doen met de maaltijden ’s avonds laat. „Moet kunnen”, vindt Akdag. „Iedereen doet op zijn eigen manier mee.”

De jonge moslim is benieuwd of en hoe christenen vasten. Hij doet er geregeld navraag naar en stond aanvankelijk versteld over hun manier van vasten – áls ze het al doen. Lachend: „Een christelijke vriend vertelde dat hij een tijdlang geen pindakaas at. Geen píndakaas! Is dat alles?”

Later leerde hij die opvatting relativeren, zegt hij. „De manier waarop je vast, is niet het belangrijkste. Ik begrijp nu beter dat het voor sommigen heel veel kan betekenen als ze iets kleins achterwege laten.” Hij moet toch weer grinniken, kan het niet laten. „Zelfs als dat pindakaas is.”

Pseudolollige islamgrapjes

De toegenomen openheid van moslims om anderen in hun feesten te laten delen, wordt in brede kring positief gewaardeerd. Tegelijkertijd is het de vraag in hoeverre de aanwezigheid van diezelfde buitenstanders deze bijeenkomsten stempelt. De hele maaltijd wordt er vaak op afgestemd, inclusief toespraken.

Ook moslims zelf krijgen daar steeds vaker kriebels bij, zoals de Marokkaans-Nederlandse schrijver Mohammed Benzakour. In het blad VolZin stak hij twee weken geleden de draak met deze praktijken. „Vooraf een toespraak van mijnheer de burgemeester die de loftrompet steekt over de multiculturele samenleving en aandacht vraagt voor het lot van de wezen en de armen. De organisatiejongens en -meisjes in kostuum stralen als zonnetjes. Tussen de schepjes soep en slokjes thee (geornamenteerde glazen) vergast een of andere cabaretier (aangekondigd als „aanstormend talent” door een voorzitter die nog even snel de glorie van Allah bezingt) de zaal met pseudolollige islamgrapjes; zaal ligt dubbel. Na afloop, bij de „halalborrel”, vliegen de visitekaartjes in het rond. Waar komt die jeuk onder m’n oksels toch vandaan?”

In de kern blijven Suiker- en Offerfeest toch vooral familieaangelegenheden waarbij niet-moslims eigenlijk niet zonder meer welkom zijn. Dat is jammer, want zo blijft veel verborgen van de diepreligieuze strekking die veel serieuze moslims aan hun feesten verbinden. Wars van alle glitter en glamour op de openbare iftars proberen veel moslims hun ziel te reinigen van de vele zonden; proberen ze een genadig God te vinden. Zeker in de meer mystieke richtingen van de islam –zoals in het soefisme en het alevitisme, waarin duidelijk christelijke elementen te ontwaren zijn– geldt dat Allah geen god op afstand is, maar iemand die heel dichtbij kan komen.

De pogingen tot het naderen van god vinden voor veel mystiek ingestelde moslims hun hoogtepunt in de 27e nacht van de ramadan. In die nacht, vorige week weer gevierd, herdenken ze dat de engel Gabriël voor het eerst een Korantekst aan Mohammed zou hebben geopenbaard. Wanneer dat precies gebeurde, weten ook moslims niet. De traditie heeft het over een van de oneven nachten in de laatste periode van de ramadan. Dus is de 27e uitverkoren om de boeken in te gaan als „Waardevolle Nacht”, ofwel Laylat al-Qadr. Volgens sommige islamologen verwijst die nacht eigenlijk naar de christelijke kerstnacht, al is dat een omstreden visie.

Hoe dat ook zij, die nacht, aldus de Koran in soera 97, „is beter dan duizend maanden.” Dus breng je die, als het even kan, in gebed door. Zoals Alper Alasag, de directeur van stichting Islam & Dialoog, heeft gedaan. „Dat is een heel spirituele ervaring. Juist ook omdat ik in die nacht diep besef dat de ervaring van god me gegeven wórdt. Je voelt je dan heel klein. De hele nacht wil je dan wel bezig zijn met hem te prijzen.”

Een gesprek voeren is dan niet moeilijk meer. Over Wie God is, en over de unieke openbaring in Zijn Zoon. Over dingen die, kortom, voorbij schransen en rellen liggen.


Twee grote feesten

De islamitische wereld kent wereldwijd een handvol feesten, maar twee daarvan steken met kop en schouders boven de andere uit. Dat zijn het Suikerfeest en het Offerfeest. De data van de feesten liggen vast, maar doen tegelijk alle seizoenen aan.

Het Suikerfeest of Ied-al-Fitr markeert het einde van de vastenmaand ramadan. Net als het begin van de ramadan is het einde afhankelijk van de nieuwe maan. Is de eerste sikkel van de nieuwe maan zichtbaar, dan begint een nieuwe maand in het islamitisch jaar.

Steevast zorgt deze regel voor geharrewar. Wanneer is de maan zichbaar? Mag dat ook met elektronische hulpmiddelen? En wat als het bewolkt is? De meeste groepen binnen de islamitische wereld conformeren zich aan officiële uitspraken van islamitische geleerden. Maar er zijn altijd groepen die voor de zekerheid een dag later beginnen.

In Nederland begon het feest voor de meeste moslims gisteren. Niet iedereen noemt het echter Suikerfeest, omdat die naam te veel nadruk zou leggen op eten. Sommige moslims spreken liever van het ramadanfeest of van het kleine feest, om het onderscheid met het Offerfeest duidelijk te maken.

Het tweede grote feest is het Offerfeest, ofwel Ied-al-Adha. Die naam is ontleend aan de geschiedenis van Abraham, die zijn zoon moest offeren. In zijn plaats wees God een ram aan om te offeren. Dit Bijbelverhaal is ook in de Koran (soera 37) terug te vinden. Er wordt echter geen naam van Abrahams zoon bij vermeld. Om die reden gaat de islamitische traditie ervan uit dat niet Izak, maar Ismaël bijna werd geofferd. Traditie is om, in navolging van Abraham, voor het Offerfeest ritueel een schaap te (laten) slachten. Dat gebeurt echter niet altijd.

Het Offerfeest –omdat het een dag langer gevierd wordt dan het Suikerfeest ook wel het grote feest genoemd– begint op de tiende dag van de maand hadj. Dat komt neer op zeventig dagen na het begin van het Suikerfeest. Dit jaar valt het Offerfeest voor de meeste islamitische richtingen op 17 november.

Omdat de islamitische kalender is gebaseerd op de maan en niet op de zon, doorlopen de feesten alle maanden van het jaar. Het maanjaar is zo’n elf dagen korter, waardoor de islamitische kalender elk jaar inloopt. Dat heeft zo z’n nadelen. De achterliggende jaren viel de ramadan voor moslims in het Westen in de winter- en herfstmaanden. Dan is het vasten een stuk eenvoudiger door de korte dagen. De komende jaren komt de vastenmaand in hartje zomer terecht. De tijd dat er dan nog gegeten mag worden, is niet meer dan enkele uurtjes rond middernacht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer