Leden Baathpartij nemen posten stilletjes weer in
Duizenden leden van de voormalige regeringspartij Baath in Irak hebben hun bestuurs- en andere posten van vóór de oorlog weer stilletjes ingenomen. Deels uitgenodigd door de Amerikaanse strijdkrachten zijn zeker tweeduizend agenten, ambtenaren van de ministeries van Informatie en Olie en lokale politici weer aan de slag gegaan.
„De komende bureaucratie in dit land zal worden overspoeld door Baathisten. Ze waren eerst loyaal aan Saddam Hussein en nu aan de buitenlandse indringers”. zegt Wamidh Nadhimi dinsdag in de Britse krant The Guardian. Deze hoogleraar politieke wetenschappen aan de universiteit van Bagdad brak naar eigen zeggen al in 1961 met de Baath. Hij probeert nu een nieuwe politieke groepering op gang te brengen.
De terugkeer van de Baathisten in het bestuurlijke Irak geeft aan dat de Amerikanen de wederopbouw niet zonder de bureaucraten van weleer tot stand kunnen brengen. Leraren, agenten, militairen, ambtenaren en hoge functionarissen bij ziekenhuizen en universiteiten waren verplicht lid te zijn van de Baath. Ze zijn doorgaans goed opgeleid en kennen het klappen van de zweep in hun beroepsgroep.
Velen droegen hun ’liefde voor Saddam’ weliswaar zeer openlijk uit, maar zien daarin geen reden zich nu op de achtergrond te houden. „Ik heb niemand kwaad gedaan en de mensen houden van me”, zegt een lokale Baath-bestuurder in de krant. Ook andere ’mukhtars’ vinden dat ze recht blijven hebben op hun baantjes.
De Iraakse oppositieleider Chalabi had eerder gezegd dat voor het welslagen van een ’nieuw Irak’ de Baathpartij volledig ontmanteld zou moeten worden. Volgens hem is nu een nieuwe generatie bestuurders aan zet. De Britse minister van Defensie Hoon zei daarop dat Baathleden wel degelijk weer aan de slag moeten gaan, onder de voorwaarde dat ze geen wreedheden hebben begaan. Over wie de Baathisten op dat punt zou moeten selecteren, deed Hoon eerder deze maand geen uitspraak.