De OESO ziet vooral in de eurozone de economische groei in de tweede helft van 2010 flink terugvallen. Daar werd afgelopen kwartaal geprofiteerd van een onverwachte groeispurt van Duitsland. De grootste economie van het monetaire blok zal dat kunststukje in de tweede helft van het jaar naar verwachting echter niet weten te herhalen.

Het is volgens de OESO vooral de vraag of „het verlies aan momentum” tijdelijk is, of niet. Als het groeitempo niet binnen afzienbare tijd omhoog gaat, kan verdere stimulering van de economie noodzakelijk zijn. Waar mogelijk moeten voorgenomen bezuinigingen dan worden uitgesteld en moeten centrale banken extra inspringen.

De organisatie merkt op dat de vooruitzichten voor de economie nog altijd heel onzeker zijn, zowel in negatieve als in positieve zin. Zo kan de consumptie de komende maanden flink tegenvallen, als huishoudens meer gaan sparen om zich bijvoorbeeld in te dekken tegen verder dalende huizenprijzen. Aan de andere kant kunnen de investeringen van bedrijven volgens de OESO nauwelijks n¢g verder dalen en is de kans klein dat bedrijven op grote schaal gaan interen op hun voorraden.

Voor de zeven traditionele economische grootmachten samen, de G7, voorziet de OESO in het komende halfjaar een economische groei van circa 1,4 procent op jaarbasis. In de eerste helft van 2010 bedroeg de groei in deze groep landen nog bijna 3 procent op jaarbasis.