Woningeigenaren opgelet
De gemeente Amsterdam verplicht woningeigenaren om hun ‘leegstaande’ woning (lees: een pied-à-terre waar de eigenaar slechts af en toe verblijft in verband met bijvoorbeeld werk) ter beschikking te stellen aan de sociale woningvoorraad.
Dat stond half augustus in een artikel over het Amsterdamse gemeentebeleid ten aanzien van tweedewoningeigenaren.
De juridische houdbaarheid van deze Amsterdamse regel daargelaten, zou dit wel eens kunnen betekenen dat veel woningeigenaren verplicht worden hun tweede huis onder de kostprijs te verhuren.
Inmiddels is er goed nieuws voor de Amsterdamse tweedewoningeigenaar. De gemeente Amsterdam heeft naar aanleiding van bovenstaand beleid veel kritiek gekregen en besloten de regel voorlopig niet actief te zullen handhaven. Misschien is dat maar goed ook, want het zijn wispelturige tijden op de Nederlandse woningmarkt. Een dergelijke maatregel –die slechts zeer beperkt bijdraagt aan de oplossing van het diepgaander tekort aan huurwoningen– zal op dit moment immers op weinig sympathie kunnen rekenen.
Met argusogen volgen woningeigenaren de laatste politieke ontwikkelingen omtrent de eigen woning. Onzekerheid voert de boventoon. Niet in de laatste plaats gaat de aandacht uit naar de recentste fiscale berichten in de aanloop naar Prinsjesdag 2010.
Welke impulsen gaat de Nederlandse overheid de woningmarkt geven? Wat gaat er met de hypotheekrenteaftrek gebeuren? Blijft de overdrachtsbelasting bestaan? Allemaal vragen waar op korte termijn antwoorden op gegeven moeten gaan worden.
Eerste impuls
Vooruitlopend op Prinsjesdag heeft minister De Jager van Financiën vorige week –op initiatief van de Tweede Kamer– alvast een aantal maatregelen genomen. Ze moeten worden gezien als een eerste impuls en worden opgenomen in het Belastingplan 2011. Het betreft de volgende maatregelen.
Voor renovatie en herstel (maar ook vergroting) van een woning die minimaal twee jaar oud is, geldt tussen 1 oktober 2010 en 1 juli 2011 een verlaagd btw-tarief van 6 procent (in plaats van 19 procent). Dit lage btw-tarief is van toepassing als de werkzaamheden zijn afgerond op of na 1 oktober 2010 en voor 1 juli 2011 en geldt alleen voor arbeidsloon, niet voor materialen. Om ervoor te zorgen dat het voordeel ook daadwerkelijk bij de woningeigenaren terechtkomt, hebben verschillende overkoepelende bouworganisaties (zoals Bouwend Nederland en MKB-Nederland) hun inzet toegezegd. In combinatie met het vrijgeven van het spaarloon hoopt de minister op een forse toename in (ver)bouwend Nederland.
Voordelen rond de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De NHG houdt in dat bij het afsluiten van een hypothecaire lening de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen borg staat voor de lening. Dit heeft tot gevolg dat een geldverstrekker (bijvoorbeeld een bank) een lagere hypotheekrente berekent, wat uiteraard gunstig is voor de (startende) woningeigenaar.
Net als in de periode tussen juli 2009 en eind 2010 ligt de grens voor een hypotheek met NHG-garantie ook in 2011 op 350.000 euro. Dat betekent dat kopers een jaar langer kunnen profiteren van de voordelen van de hogere NHG-grens.
De periode waarin woningeigenaren recht hebben op dubbele hypotheekrenteaftrek (bijvoorbeeld wanneer zij een nieuwe woning gekocht hebben terwijl de oude woning nog niet is verkocht) gaat van twee naar drie jaar. Deze tijdelijke regeling vervalt eind 2012 en geldt alleen indien een van beide woningen leegstaat.
Indien een woningeigenaar twee woningen heeft waarvan er één tijdelijk wordt verhuurd in afwachting van verkoop, dan geldt voor deze tweede woning de dubbele hypotheekrenteaftrek in beginsel niet. Sinds 1 januari 2010 bestaat er echter een regeling waarbij woningeigenaren ná een tijdelijke verhuurperiode weer recht hebben op dubbele hypotheekrenteaftrek voor de resterende periode tot drie jaar. Deze tijdelijke regeling wordt met één jaar verlengd en loopt nu tot eind 2012.
Als in 2011 een woning wordt gekocht en deze binnen één jaar wordt doorverkocht, dan is bij de tweede verkoop alleen overdrachtsbelasting verschuldigd over de eventuele winst. Dit is een uitbreiding van de wettelijke termijn van een halfjaar waarbinnen een woning kan worden doorverkocht zonder (volledige) heffing van overdrachtsbelasting.
De derde dinsdag
De geschatte totale kosten van deze maatregelen bedragen 195 miljoen euro. Ervan uitgegaan dat er in Nederland circa 4 miljoen koopwoningen zijn, lijkt het pakket wel erg summier. Gaan deze maatregelen op enigerlei wijze bijdragen aan het op gang helpen van een onzekere woningmarkt?
In combinatie met een structurele fiscale hervorming van de woningmarkt is dat zeker mogelijk. Het wachten is dan ook op de derde dinsdag van september, al zullen de belangrijke dossiers (bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek) wellicht worden doorgeschoven naar het moment waarop een nieuw kabinet zijn plannen presenteert.
De auteur is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV. Reageren aan scribent? fiscaliteiten@refdag.nl