Dat blijkt uit vijf jaar durend onderzoek van bureau Gender Consult samen met de Universiteit Maastricht, waarvan de resultaten maandag zijn gepubliceerd.

Aan het onderzoek deden 172 ouderparen mee. Velen vielen af omdat ze de richtlijnen te zwaar vonden. Uiteindelijk bleven er 21 stellen over die een of meer zonen hadden gekregen. Na het opvolgen van de adviezen kregen zestien van hen een meisje en vijf een jongen.

Normaal wordt in ongeveer 48 procent van de gevallen een dochter geboren. Hoeveel groter de kans op een dochter wordt door het volgen van de richtlijnen kan onderzoeker prof. dr. J. Geraedts van de Universiteit Maastricht niet zeggen omdat daarvoor de onderzoeksgroep te klein was. Ook het mechanisme is niet opgehelderd. Mogelijk beïnvloeden de minerale veranderingen in de voeding de samenstelling van het baarmoederhalsslijm dat x- of y-zaadcellen moeten passeren.