Tientallen heide- en bosbranden tijdens Pasen
De brandweer is het afgelopen paasweekeinde druk geweest met diverse bos- en heidebranden. Vooral in de provincie Drenthe moesten brandweerlieden tientallen malen uitrukken.
Drie keer kregen ze te maken met een flinke brand. In het natuurgebied Oostersebos aan de rand van Emmen brandde zaterdag een stuk heide van zeker 16 hectare af. Bij openluchtmuseum Ellert en Brammert in het Drentse Schoonoord ging zondagmiddag een heidegebied van ongeveer 7 hectare in vlammen op. Twee 11-jarige jongetjes uit het dorp staken de brand aan. Op de Kralose Heide in het Nationaal Park Dwingelderveld woedde in de nacht van zondag op maandag korte tijd brand. De omvang van de schade bleef beperkt tot ruim 2 hectare.
Volgens de alarmcentrale van de brandweer in Arnhem hadden de spuitgasten in Gelderland het ook drukker dan normaal. Een woordvoerder van de politie Midden-Brabant noemde het „wonderlijk, zo stil het was” in zijn gebied. In Overijssel was het „droog, maar ging het goed.”
In de Achterhoek en Twente had de brandweer het niet drukker dan normaal. De paasvuren veroorzaakten daar geen problemen. In Wierden werden slechts twee vuren aangestoken waarvoor geen vergunning was verleend.
In de buurt van Apeldoorn werden vijf illegale paasvuren aangestoken. De brandweer heeft de vuren geblust. Ook in de regio IJssel-Vecht brandden enkele illegale paasvuren, onder meer in Ommen en Kampen. De brandweer maakte ze weer uit.
In het noorden en midden van Limburg moest de brandweer ruim tien keer uitrukken. In Zuid-Limburg brak op de Brunssummerheide gisteravond even na 18.00 uur een heidebrand uit. De brandweer had de vlammen rond 20.00 uur onder controle. Ruim 5 à 6 hectare heide ging verloren. Verder kreeg de Zuid-Limburgse brandweer niet te maken met „noemenswaardige brandjes.” Het was er „rustig”, aldus een woordvoerder van de brandweer.
Door de vele branden en paasvuren roken in grote delen van Nederland veel mensen een lichte brandlucht. Enkele honderden mensen klaagden bij de politie of Milieudienst Rijnmond.
Volgens het KNMI is het wat betreft windrichting en -kracht mogelijk dat de stank uit Duitsland afkomstig is. Net als in het oosten van Nederland werden daar paasvuren aangestoken en stonden er natuurgebieden in brand.
Het risico op bosbranden was groot door de aanhoudende droogte. De maanden maart en april waren sinds het voorjaar in 1996 niet meer zo droog. In maart kwamen zelfs „extreem droge dagen” voor, zo meldde het weerinstituut KNMI. De droogte wordt bevorderd door de wind, die meestal uit het oosten komt.