Zonder vertrouwen houdt ook voor politici alles op
Het woord viel gisteravond minstens twintig keer. ”Vertrouwen”. Nadat de samensprekingen over een rechts kabinet aan het begin van de week in zwaar weer waren terechtgekomen en gistermiddag jammerlijk strandden aan de onderhandelingstafel van informateur Opstelten, kregen de drie onderhandelaars in Perscentrum Nieuwspoort de ruimte een eigen toelichting te geven op het proces.
Daarbij lieten VVD-leider Rutte en CDA-fractievoorzitter Verhagen merken dat zij tot het eind toe vertrouwen hadden gehad in het welslagen van de rechtse exercitie. Verhagen had volop vertrouwen in de herstelde eenheid in zijn eigen partij en ging er volledig van uit dat er een regeerakkoord zou komen dat de CDA-achterban en -fractie als muziek in de oren zou klinken.
Rutte had deze week natuurlijk wel achter zijn oren gekrabd toen hij van een afstand het tumult in het CDA gadesloeg. Maar nadat hij van Verhagen vernomen had dat de christendemocraten de gelederen gesloten hadden, was bij de liberaal het vertrouwen teruggekeerd dat het concept-regeerakkoord over enkele weken de steun zou krijgen van zowel de CDA-fractie als het CDA-congres.
De enige die in het geheel geen vertrouwen meer had in de totstandkoming van een solide kabinet was PVV-leider Wilders. Hij eiste van Verhagen een door de drie dissidente CDA-Kamerleden ondertekende verklaring dat zij zich neer zouden leggen bij het oordeel van het CDA-congres, ook wanneer dat congres de regeringsverklaring zou steunen, en dat zij hun Kamerzetel op zouden geven wanneer zij het met hun geweten niet konden rijmen de komende vier jaar steun te geven aan een rechtse coalitie.
Terecht noemde Verhagen dit gisteren een onmogelijke eis. Immers, Kamerleden kunnen door hun partij of partijleiding nooit tot zoiets gedwongen worden. Zij zitten in het parlement, zoals dat zo mooi heet, „zonder last of ruggespraak.”
Dat neemt echter niet weg dat het op zichzelf te begrijpen valt dat Wilders er weinig vertrouwen meer in had dat een rechtse coalitie straks inderdaad zou kunnen steunen op alle 21 zetels van het CDA.
Die garantie was er namelijk in het geheel niet, noch in formele zin, noch in termen van „in de praktijk zal de soep wel niet zo heet worden gegeten als hij wordt opgediend.” Het valt immers nauwelijks voor te stellen dat met name CDA-Kamerlid Klink zijn principiële en uiterst diepgaande bezwaren tegen samenwerking met de PVV zou hebben opgegeven vanwege een mooi klinkend regeerakkoord of druk vanuit het partijcongres.
Het vertrouwen van Wilders was nog op een andere manier zwaar geknakt, zo bleek op de persconferentie gisteravond. Wel tweemaal herhaalde hij de zin dat medeonderhandelaar Klink bijna vier weken lang naast hem had gezeten („Híer, letterlijk naast mij…”), en hem vervolgens deze streek had geleverd. Het laatste verwijt van de PVV-leider is minder sterk, omdat de brief van Klink nu juist mede is uitgelokt door het gedrag van Wilders aan de onderhandelingstafel, een gedrag dat bij de CDA-ideoloog steeds meer het vertrouwen ondergroef dat er uit deze onderhandelingen een stabiel en slagvaardig kabinet zou kunnen ontstaan.
Wilders stelde, aldus Klink in zijn brief, dat hij „bij de presentatie van het regeerakkoord met een volstrekt en totaal (!) ander verhaal zou komen dan de VVD en het CDA. Hij raadde de collega’s aan op dat moment maar een andere kant op te kijken en voorspelde dat de hoofden van de coalitiepartners rood zouden kleuren.”
Dat de PVV-leider deze week liet weten dat van deze weergave van zijn woorden niets klopt, is niet zo heel overtuigend. Van een man met een reputatie als die van Klink hoeven we geen pertinente leugens te verwachten. Sowieso is het tamelijk onaannemelijk dat iemand die zulke specifieke bewoordingen gebruikt (hoofden die rood kleuren) in het weergeven van andermans boodschap, liegt.
Hoe dit ook zij, de gang van zaken van de achterliggende weken onderstreept dat het in alle processen waarbij mensen betrokken zijn, dus ook in formatieonderhandelingen, niet gaat zonder wederzijds vertrouwen. Waar dat ontbreekt, houdt alles op. Daar rest politieke partijen niets anders dan opnieuw te beginnen.
Alleen: welke politici en welke partijen vertrouwen elkaar in dit land nu nog wél?