Dat heeft wethouder Marnix Norder donderdagavond namens het college gemeld in de Haagse gemeenteraad. Norder deed dit naar aanleiding van vragen van een aantal fracties over de Haagse samenwerking met Suriname sinds de beëdiging van Desi Bouterse als president van dat land.

„De gemeente Den Haag profileert zich als stad van recht en vrede”, stelde Norder. „Het moet daarom een plek zijn die neutraliteit uitstraalt en waar de hele wereld zich thuis moet voelen. Het is niet onze plaats om het voortouw te nemen in een positiebepaling ten opzichte van welk land dan ook.”

De wethouder liet wel ruimte over om een ander standpunt te bepalen als het ministerie van Buitenlandse Zaken een andere beleidslijn kiest of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een nadrukkelijk advies hierover geeft aan haar leden.

Volgens Norder steunt de gemeente Den Haag in Suriname zo’n tien humanitaire projecten. Het zou gaan om een totaalbedrag van 75.000 euro. Overigens stelde ook Amsterdam door te gaan met een beperkt aantal projecten waarbij humanitaire aspecten of de volksgezondheid een belangrijke rol spelen.

De hoofdstad stelde echter dat het presidentschap van Bouterse „een onoverkomelijk bezwaar vormt” om nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met Suriname te sluiten. Het stadsbestuur wijst erop dat Bouterse in Nederland is veroordeeld voor drugshandel en in eigen land verdachte is in het proces over de moord op vijftien tegenstanders van het toenmalige militaire regime in Suriname op 8 december 1982.

Zowel Amsterdam als Den Haag kennen een grote Surinaamse gemeenschap met hechte familiebanden in het land.